De winkelgalerij in het centrum van Mol heeft er moeilijke jaren opzitten, maar dat houdt de handelaars van ’t Laarcenter niet tegen om de het opnieuw aantrekkelijk te maken. Verschillende initiatieven moeten ervoor zorgen dat inwoners van Mol en omstreken de weg naar de galerij terugvinden.
“We hebben recent nog kleine aanpassingen gedaan door kleurrijke paraplu’s aan het plafond te bevestigen, zodat de galerij wat aantrekkelijker wordt”, zegt Guy Van de Vorst. “In de periode van april tot en met september organiseren we elke laatste woensdag van de maand een kinderrommelmarkt, telkens van 13.30 tot 17.30 uur. Geïnteresseerden kunnen zich inschrijven aan één euro per lopende meter bij Bistro Jansen en Jansen.”
Van De Vorst baat in de galerij al 1,5 jaar het Zoetatelier uit. “Ik wilde graag een zaak beginnen waarin ik snoep met gebak kon combineren. We hebben het geluk dat we met onze winkel over een mooie etalage beschikken die uitgeeft op de straat, maar bij de meeste mensen is de galerij niet bekend”, zegt Guy.
Volgens Walter Verachten, voorzitter van winkelen in Mol vzw, ontstond het idee van winkelgalerijen in de periode dat er capaciteit tekort was. “Toen ik in 1982 begon, was er zelfs geen pand vrij. In die tijd ontstonden galerijen vooral om onderdak te bieden aan verschillende winkels, maar door de toenemende leegstand is het oorspronkelijke doel verdwenen. We hebben als handelaarsvereniging een budget vrijgemaakt om de ondernemers te steunen, waardoor we hopen dat meer bezoekers de weg naar de galerij terugvinden.”
Hoewel de galerij al een zekere leeftijd heeft, is een volledige renovatie volgens Van De Vorst niet aan de orde. “De galerij is privé-eigendom van verschillende eigenaars die in de appartementen boven ‘t Laarcenter wonen. Die mensen hebben al een zekere leeftijd en zullen allicht geen zware investeringen meer doen”, zegt Guy.
Volgens Myriam van ‘t Zoetatelier zorgde vooral de verdwijning van de supermarkt op het einde van de galerij voor een terugval van het aantal bezoekers. “Veel mensen zullen zich de Nopri of Cash&Fresh nog herinneren, maar tegenwoordig worden de supermarkten vooral buiten het centrum opgetrokken, waardoor we minder beloop hebben.”
Wie in ‘t Laarcenter rondloopt, komt automatisch Bistro Jansen en Jansen tegen. Het gekende café, dat vroeger gevestigd was in de Corbiestraat, nam anderhalf jaar geleden zijn intrek in de galerij, maar sluit vanaf 1 september de deuren. “Het is tijd voor een nieuwe uitdaging”, zegt Rauno. “De horeca is niet zo gemakkelijk als vroeger, waardoor het plezier eraf is. De strengere regels die we opgelegd kregen vanuit Brussel, prijsstijgingen en de mentaliteit van de klanten storen me enorm. Voor de coronacrisis was alles anders. De prijzen stegen minder snel, en de mensen waren minder snel gefrustreerd. We hebben veel respect voor onze klanten, maar willen ook respect terugkrijgen.”
Onbetaalbaar
En daarmee valt alweer het doek over een pand in het Laarcenter. “Het is tegenwoordig bijna onbetaalbaar geworden om een zaak uit de grond te stampen. Onze regering blijft maar belastingen invoeren en het personeel wordt duurder, waardoor het moeilijk is om je hoofd boven water te houden. Er zou in de horeca dringend een btw-verlaging moeten komen zoals dat ook in onze buurlanden het geval is.”
Al is dat niet het enige wat volgens Rauno zou moeten veranderen. “Klanten moeten hun mindset veranderen en opnieuw meer lokaal in plaats van online kopen. Als je shopt op internet verlies je veel persoonlijke service. Mensen durven wel eens klagen over de leegstand in Mol, maar de gemeente spant zich enorm in om het centrum te laten heropleven. De mensen moeten nog wel de moeite doen om te komen winkelen. We hebben leuke horeca, en winkels.”
Uitstervend beroep
Wat de nieuwe uitdaging dan precies wordt, is op dit moment nog niet duidelijk. “Ik sta voor veel open”, zegt Rauno. “Het zou zelfs kunnen dat ik stop als zelfstandige en weer in loondienst ga werken, maar dat moet de toekomst uitwijzen. Al mag Guy me in de toekomst nog altijd bellen als de galerij een opfrisbeurt krijgt”, lacht Rauno.
Aan de overkant lapt schoenmaker Eddy intussen de schoenen van één van zijn klanten op. Doorheen de jaren zag ook hij een belangrijke verandering in zijn beroep. “Twintig jaar geleden waren we nationaal gezien nog met 2.300 schoenmakers, maar in 2023 waren dat er slechts 305. Het idee om schoenen nog te repareren, is de laatste jaren meer en meer op de achtergrond geraakt”, zegt Eddy. “Dat is jammer, omdat het niet alleen de afvalberg vergroot, maar nieuwe schoenen zijn altijd duurder dan repareren. Als het aan mij ligt, blijf ik mijn klanten voorthelpen tot aan mijn pensioen.”
Niet alleen de mindset van de klanten, maar ook de omliggende accommodatie ligt volgens Eddy aan de oorzaak van het probleem. “Ook de verkeersdoorstroming en parkeermogelijkheden zorgen ervoor dat mensen moeilijker de weg naar het centrum van Mol vinden”, zegt Eddy. “Klanten zouden de winkel met hun auto bijna willen binnenrijden, maar in een centrum kan dat niet. We proberen verschillende initiatieven te bedenken, zodat de mensen de weg naar het centrum terugvinden. Het is de bedoeling om weerstand te bieden tegen grote baanwinkels die er de laatste jaren zijn bij gekomen, maar de corona- en energiecrisis hebben ervoor gezorgd dat mensen minder uitgaven doen.”