De KU Leuven lanceert binnenkort een ondernemersplatform en een extra vakkenpakket om de ondernemingszin onder studenten aan te wakkeren. Dat is echter niet voldoende, zegt senior economist bij de KBC Groep, Johan Van Gompel, in een interview met De Standaard.
Weinig Belgen zetten de stap naar het zelfstandig ondernemerschap. Het voorbije decennium lag het aantal startende ondernemers in België voortdurend lager dan gemiddeld in andere oude EU-15 landen.
Startend ondernemerschap sterk beïnvloed door ‘latent ondernemerschap’
Startend ondernemerschap wordt sterk beïnvloed door ‘latent ondernemerschap’: het hebben van ambities om ondernemer te willen worden, heeft een positief effect op de kans het ook werkelijk te zijn. Maar ook op dat vlak scoren we slecht, zo blijkt uit een enquête van de Europese Commissie. De overgrote meerderheid van de Belgen (67%) heeft nog nooit overwogen om een bedrijf op te starten. Het onderwijs speelt een belangrijke rol om het tij hier te keren. Door zelfvertrouwen, creativiteit en ruimdenkendheid bij jongeren aan te scherpen en hen te laten kennismaken met de realiteit van het ondernemerschap, kunnen we een wereld van verschil maken. Het nieuwe initiatief van de KU Leuven om hieraan te werken, is lovenswaardig, aldus Johan Van Gompel (volledige analyse op http://kbcgroup.eu), maar volstaat niet.
Ondernemersklimaat mee bepalend voor ondernemerschap
Ook het ondernemersklimaat is bepalend voor ondernemerschap. Tussen latent en startend ondernemerschap staan immers instituties die het kader bepalen waarbinnen ondernemingen moeten handelen. En laat dit ondernemersklimaat in ons land nu net niet alleen ondersteunende, maar ook heel wat belemmerende factoren kennen.
Minder geneigd om zekerheid in te ruilen voor zelfstandig ondernemerschap
Instituties kunnen zelfs een hinderende factor zijn voor latent ondernemerschap. Zo is de gebrekkige ondernemerszin in België waarschijnlijk ook voor een stuk te verklaren doordat werkende burgers in een welstellende ‘comfortzone’ zitten, die mede door voorzieningen in de sociale zekerheid in stand wordt gehouden. Werknemers die goed verdienen, goede loopbaanperspectieven hebben en van een hoge mate van ontslagbescherming genieten, zijn minder geneigd om hun baan in te ruilen voor het zelfstandig ondernemerschap.
Intrapreneurship als motor voor opzetten van nieuwe activiteiten
De voorkeur voor het statuut van werknemer omwille van de zekerheid die dit biedt, verklaart waarom België in vergelijking met andere landen wél goed scoort op vlak van ‘intrapreneurship’ van personen in loondienst. Zo waren heel wat werknemers in de voorbije drie jaar actief betrokken bij nieuwe activiteiten voor de werkgever, zoals de ontwikkeling en lancering van een nieuw product/dienst of het opzetten van een nieuwe bedrijfsunit. Het percentage van de Belgische werknemers dat zo bekeken ‘intrapreneur’ is, zou 14% bedragen, tegenover 10% gemiddeld in Europa. België staat daarmee in de kopgroep, samen met de Scandinavische landen.