De vroegere pizzeria-broodjeszaak Panizza in de Gildenstraat in Retie heet nu Panijsje. Een betere naam kun je moeilijk verzinnen. “Alles zit erin: je hoort er meteen in dat we een ijsjesbar zijn, maar tegelijk bouwen we verder op het levenswerk van onze ouders. Panizza was een begrip tot ver buiten Retie”, zeggen Marie (27), Julie (26) en Annabel Gevers (25) uit Retie.
Niet samen achter toog
De drie zussen baten Panijsje samen uit. Toch zal je ze zelden samen achter de toog zien. “Want wij hebben elk nog een voltijdse job. We werken alle drie in de zorgsector”, zegt Annabel. “We doen dit in bijberoep en lossen elkaar af. Samen lukt het ons om onze crèmerie alle dagen open te houden, telkens van 14u tot 21u. Alleen op donderdag zijn we gesloten.”
Hoe Marie, Julie en Annabel op het idee kwamen om zo uit het niets een ijssalon te starten? “Omdat we zelf heel graag ijsjes eten, maar ook omdat het pand van onze ouders toch maar leegstaat”, zeggen ze. “Met dit nieuwe, tijdelijke ijssalon willen we het gebouw een beetje in de kijker zetten, want het staat nog altijd te koop. Misschien brengen we kandidaat-kopers zo wel op ideeën om hier zelf een ijsjeszaak te starten, al kan het even goed een frituur of opnieuw een pizzeria worden.”
Al het schepijs in de diepvriestoog van Panijsje wordt door de zussen zelf op ambachtelijke wijze bereid. “Mama heeft ons dat geleerd. Met een goeie ijsmachine is ijs draaien echt niet moeilijk”, zeggen de drie jonge vrouwen.
Koekjesbollen
Veertien verschillende smaken liggen er in hun koeltoog. De populairste variëteit is uiteraard de klassieke vanille. “Maar onze ‘koekjesbollen’, op basis van chocoladekoekjes, zijn een goeie tweede. Ook chocolade, mokka, stracciatella, citroen en mango vallen goed in de smaak. Onze nieuwste specialiteit van het huis is de ‘coupe Panijsje’ met appelcrumble.”
Voorlopig blijft Panijsje al zeker open tot einde oktober. “Mogelijk gaan we daarna nog langer door in de weekends”, zeggen de zussen Gevers. “Maar we willen eerst zien hoe het de komende weken en maanden loopt.”