Wie wel eens gaat wandelen of winkelen in een centrum kent het fenomeen ongetwijfeld: de leegstand in de Kempense stads- of dorpskernen. Het aantal handelspanden dat leegstaat, is vaak niet op één of twee handen te tellen. Toch is er goed nieuws. De leegstand van handelspanden is in een jaar tijd in veel Kempense gemeenten gedaald. Beste leerling van de klas is Dessel. Volgens de meest recente beschikbare cijfers staan slechts twee van de 133 handelspanden leeg.
In een interview met Gazet van Antwerpen gaf burgemeester Kris Van Dijck (N-VA) daar een verklaring voor. “Dat komt omdat veel handelaars in onze gemeente in hetzelfde pand wonen als waar ze hun winkel hebben. Het zijn mensen waar je naartoe gaat om iets specifieks te kopen, niet om eens te gaan shoppen. We hebben amper winkelketens op ons grondgebied die kunnen wegtrekken. Wat misschien ook meespeelt: sinds kort wordt iedere handelaar in Dessel met een handelspand van minder dan drieduizend vierkante meter, vrijgesteld van bedrijfsbelasting.”
Een andere (logische) verklaring voor de lage leegstand in Dessel zijn de lage(re) huurprijzen van handelspanden. “De huurprijzen liggen hier inderdaad lager dan in pakweg Mol of Turnhout”, weet Geert Vanderhoydonck van Domestic Makelaars. “Het is logisch dat die lage huurprijzen een belangrijke factor zijn. Met lagere huurprijzen nemen ondernemers als het ware minder risico’s. Het is algemeen geweten dat hoge huurprijzen vaak voor problemen zorgen omdat de hoge kosten soms moeilijk gecompenseerd kunnen worden met een hoge omzet.”
Geert Vanderhoydonck ziet nog een opvallende trend in Dessel. “Horeca is zeker in trek in Dessel, maar voorts worden de handelspanden vooral ingenomen door de dienstensector, meer dan de retail. Het aantal winkels is eerder beperkt, zeker in vergelijking met het aantal kantoren uit de dienstensector.”
Andere bestemming
“Handelspanden krijgen in Dessel soms ook een andere bestemming”, aldus nog de vastgoedmakelaar. “Hier in de buurt van het marktplein zijn bijvoorbeeld twee bankfilialen verdwenen. Het Belfius-kantoor is een koffiehuis geworden en dat van Fortis is zelfs omgebouwd tot een woning. Ook in onze portefeuille is het aanbod beperkt. Vrijgekomen handelspanden staan vaak nooit lang leeg. Ik denk dat het pand van Mode Lucienne, hier vlak naast de deur, daarop zowat de enige uitzondering was.”
Het pand van de bekende kledingzaak stond inderdaad lang leeg, tot Ivy De Kroon er twee jaar geleden Ivy’s Paradise opende. “Eigenlijk heeft mijn opa daarvoor gezorgd”, bekent de jonge onderneemster. “Ik wilde een kledingzaak openen, maar had niet meteen een locatie voor ogen. Mijn opa passeerde vaak aan dit pand en vroeg zich af: ‘wat als?’. Zo ging de bal aan het rollen en opende ik inderdaad Ivy’s Paradise in het pand van Mode Lucienne.”
Wanneer Ivy De Kroon geconfronteerd wordt met de leegstandcijfers van Dessel, heeft ze een eerlijke reactie klaar. “Ik schrik eerlijk gezegd van die cijfers. Tegenwoordig heb je overal veel leegstand en ik was mij er niet van bewust dat dit hier in Dessel niet het geval is. Nu je het zegt. Ik woon in Arendonk en daar is het probleem van leegstand inderdaad groter dan hier.”
Gratis parkeren
Als ervaringsdeskundige kan de jonge winkeluitbaatster perfect duiden waarom ondernemen populair is in Dessel. “Het niet-betalend parkeren is hier zeker een grote troef. In de ons omringende gemeenten of steden moet er in de dorpskern veel betaald worden om te parkeren. Met het marktplein beschikken wij hier over een grote parking en die goede bereikbaarheid speelt een grote rol. Ik kan rekenen op een heel divers publiek uit de buurt, maar ook uit Retie, Arendonk of Mol. Voor mijn klanten speelt de beschikbare parking zeker mee.”
Maar net als in andere steden of gemeenten, is ondernemen in Dessel ook een proces van lange adem. “Toen ik de winkel twee jaar geleden opende, zaten we eigenlijk nog in de coronacrisis”, blikt Ivy nog even terug. “Dat was natuurlijk een lastige periode, ook omdat nog niet alle merken beschikbaar waren. Ondertussen kan ik wel volledige collecties aanbieden en dat laat zich merken. De start was lastig, maar sinds enkele maanden is de kentering een feit en is mijn omzetstijging ingezet.”
Dit fenomeen is een gekend gegeven voor Leen Peeters, zaakvoerster van De Linnenwinkel. De lingeriewinkel is al 36 jaar gevestigd in het centrum en dus is Leen gepokt en gemazeld in de Desselse ondernemerswereld. “Het is knap lastig om het vertrouwen van de Desselaars of Kempenaars te winnen, maar eens je hun vertrouwen gewonnen hebt, zijn het hele trouwe klanten.”
“Desselaars houden van standvastigheid en wellicht daarom stoppen ook weinig handelszaken in onze gemeente. De meeste winkels sluiten omwille van pensionering en een gebrek aan opvolging. Als er binnen de familie geen opvolging is, moet men op zoek gaan naar een externe overnemer en die is vaak heel moeilijk te vinden.”
De Linnenwinkel is al decennialang een begrip in Dessel en ver daarbuiten. “Ik zie het klantenbestand nog elke maand groeien en dat heeft met verschillende factoren te maken. Enkele bekende lingeriewinkels in de regio sloten de deuren en er komen geen nieuwe bij. Bij de aankoop van lingerie stellen mensen persoonlijk advies enorm op prijs en dat brengt hen naar hier.”
As Mol-Turnhout
“Bovendien is deze as tussen Mol en Turnhout goed om te ondernemen”, weet Leen Peeters ook. “Ik hoor van klanten vaak dat ze blij zijn hier voor het rode licht te staan, omdat ze dan mijn etalage goed kunnen bekijken. Die visibiliteit is belangrijk, zowel in het straatbeeld als in de media en sociale media. Om succesvol te ondernemen, moet je veel ballen in de lucht kunnen houden als een echte circusartiest.”
Leen Peeters kent Dessel en de Desselaars als haar broekzak en kan dan ook meteen een hiaat in de gemeente aanduiden. “Ik mis hier vooral een winkel om kwalitatieve schoenen te kunnen kopen. Dat hoor ik trouwens ook vaak zeggen door mijn klanten sinds Schoenen Hoskens de deuren sloot in Retie.”