“De eerste nieuwigheid die ik heb geïntroduceerd toen ik hier kwam werken, was de muntgroene suikerboon”, zegt Hilde Beyers. “Voordien waren er alleen witte, lichtblauwe en roze.” De nieuwe kleur boon werd meteen een groot succes. “Grappig eigenlijk. Vandaag is het nog amper voor te stellen hoe sober ons aanbod was toen ik in 1987 begon.”
Vandaag zitten er meer dan veertig kleuren in het suikerbonen-aanbod van De Bock. “Doopsuiker is heel trendgevoelig. Er zijn jaren geweest dat we enorm veel turkooizen en limoengroene bonen verkochten, nu worden die bijna niet meer gekozen.”
Wat vandaag helemaal in is, zien we in de productieruimte van de band rollen. Het zijn witte suikerbonen met gouden spikkels. “Je hebt ze ook met rode, groene of zwarte spikkels”, vertelt Hilde. “Ze zijn enorm populair. Net als onze velvetcollectie, dat zijn bonen met diepere kleuren zoals donkerrood, warm groen en olijfgeel.”
Aan een productieband plukken collega’s Nicky en Dagmara vingervlug minder perfecte exemplaren uit de massa bonen die voorbijrolt. “Je hebt er die gebroken zijn of stukjes missen. Soms plakken ze met meerdere tegen elkaar. Die moeten eruit”, zeggen ze. Het is een stap in het productieproces die niet geautomatiseerd kan worden. “We proberen zo veel mogelijk machinaal op te vangen, maar alles is onmogelijk”, zegt Hilde. “Suikerbonen maken blijft een arbeidsintensief proces van meerdere dagen.”
Hilde neemt ons mee naar de hal waar het productieproces begint. In metershoge silo’s komt vloeibare chocolade het bedrijf binnen. “Hier wordt de chocolade getempereerd. Dat betekent dat we hem opwarmen tot de kristalstructuur optimaal is om te verwerken tot de kern van suikerbonen. Of van paaseitjes, want dat maken we ook. De suikercoating komt er later rond. Een suikerboon bestaat voor de helft uit donkere chocolade en de helft uit een suikerlaag.”
Toch naar de retail
Jarenlang had Hilde een handvol concurrenten. Tot in 2019 de voorlaatste Belgische producent van suikerbonen failliet ging. Sindsdien is er alleen nog De Bock. “Ik spreek liever van conculega’s, want de markt was jarenlang netjes verdeeld. Zij focusten op retail, wij op de detailhandel.”
Het faillissement van de laatste conculega bezorgde Hilde slapeloze nachten. “Vanuit retailers als AVA kwam meteen de vraag of wij het tekort aan doopsuiker konden opvangen. Daar hebben we lang en diep over nagedacht. Enerzijds hadden we nooit plannen om naar de retail te gaan, anderzijds zou weigeren betekenen dat de suikerboon naar de achtergrond verdween. En dat wilden we niet laten gebeuren.”
Dus zei Hilde ‘ja’ tegen de retail. Wat tegelijk ook een ‘ja’ betekende tegen een nieuwe uitbreiding van haar bedrijf. “We hebben ons machinepark opnieuw vergroot om dat extra volume aan te kunnen. En momenteel wordt er ook een nieuw magazijn bijgebouwd. “Het is al de vierde uitbreiding sinds ik bijna veertig jaar geleden begon. In 2000 lieten we ons huidige hoofdgebouw optrekken. Ooit zijn we nochtans gestart in een klein boerderijtje.”
René Beyers, de vader van Hilde, kocht doopsuikerfabriek De Bock in de jaren 80. Hij verhuisde het bedrijf van Wilrijk naar de kleine boerderij in Hoogstraten. “Als we toen hadden geweten dat we zo groot gingen worden, hadden we die naam misschien wel veranderd”, glimlacht Hilde.
De zaak overnemen was nooit Hildes plan. “Ik studeerde criminologie en kwam gewoon even vakantiewerk doen. Samen met mijn toenmalige vriend, die later mijn man is geworden. Maar ik heb een ondernemershart en raakte geïnspireerd. Tot vandaag staan mijn man en ik samen aan het hoofd van het bedrijf.”
Toen Hilde en haar man Luc Bouchier begonnen, waren er nog vier andere doopsuikerfabrikanten in eigen land. Vandaag zijn zij de enige. Hoe komt het dat De Bock toch overeind blijft? “Dat hebben we te danken aan de manier waarop we ons portfolio hebben verruimd. Door de jaren zijn we ons meer gaan ontwikkelen als een coatingbedrijf dan louter een fabrikant van suikerbonen.”
In de coatinghal wordt duidelijk wat Hilde bedoelt. In grote molens tollen de chocolade kernen van de suikerbonen door elkaar. In een soortgelijke molen ernaast tollen chocolade eitjes. “De suikerbonen tollen zo drie dagen, de eitjes één dag”, legt Hilde uit. Allebei krijgen ze een suikercoating. De chocolade kernen worden besproeid met meerdere lagen natte suiker in een kleur naar keuze, daarna gaat er hete lucht op om ze te drogen. “Coaten met suiker en chocolade is onze specialiteit. We maken ook chocolade koffiebonen, een product dat vooral in het buitenland en als decoratie heel populair is.”
Geen gewone lekkernij
Per jaar produceert De Bock zo’n 300 ton doopsuiker. En het is knokken voor elke boon. “Er is een tijd geweest dat mensen bij een geboorte 150 zakjes of doosjes doopsuiker maakten om uit te delen. Vandaag is er veel meer concurrentie van andere geboortegeschenkjes of snoeperijen. Tegelijk krijgen nieuwe ouders minder babybezoek, zeker sinds corona. Dat maakt dat de traditionele suikerboon onder druk staat. Het blijft een product dat de meeste mensen associëren met geboorte. In de Marokkaanse gemeenschap wordt het ook soms gepresenteerd op trouwfeesten. Maar als doordeweekse lekkernij krijg je het bijna niet verkocht.”
“Ik ben er wel trots op dat we al die jaren zijn blijven rechtstaan”, zegt Hilde. “Alleen in Italië, Frankrijk en Duitsland zitten nog suikerboonproducenten. Dat is het voor Europa. Wij zijn nog lang niet uitgeblust. Met weer een uitbreiding van het bedrijf en de volgende generatie die klaarstaat, zien we de toekomst rooskleurig tegemoet. Maar dan moet de klant meewillen en samen met ons blijven geloven in de suikerboon. In veertig jaar heb ik nog nooit iemand van de pers binnengelaten in ons bedrijf. Nu doen we het wel, zodat mensen kunnen zien hoe we met hart en ziel aan ons product werken. Want geef toe: het zou toch enorm spijtig zijn om de traditie van de suikerboon verloren te laten gaan.”
Uitvinder van de kievitseitjes
Naast de suikerbonen staat De Bock bekend om zijn chocolade kievitseitjes. Een product dat je rond Pasen massaal vindt zowel bij retailers als in detailhandels en bakkers. “We zijn er ooit mee gestart als zijproduct. Vandaag zijn we marktleider. De kleine eitjes hebben een chocolade kern en maken we helemaal zelf. Voor de grotere eieren met pralinévulling werken we samen met chocolatiers. Zij leveren de kernen aan, wij doen de coating.” Elk jaar produceert De Bock 350 ton eitjes.