Merksplas Kolonie

Corsendonk Hotels strijkt neer op Merksplas-Kolonie

Corsendonk Hotels neemt de exploitatie in handen van de Grote Hoeve op Merksplas-Kolonie. Het Kempense horecabedrijf zal er een brasserie uitbaten, die in juni de deuren opent, en bouwt er in een later stadium een hotel met 70 kamers. Aan de concessie gingen 2 jaar onderhandelen vooraf. Merksplas-Kolonie is op weg om erkend te worden als Unesco Werelderfgoed.

De Grote Hoeve is beschermd als monument en bestaat in totaal uit 14 afzonderlijke gebouwen verspreid over een terrein van 40ha. Door de aankoop in 2005 nam de gemeente Merksplas een belangrijk engagement voor de veiligstelling van dit gebied. In 2010 zette Kempens Landschap zijn schouders mee onder een opwaardering en werd een 10-jarenplan uitgewerkt.

Het doel is om van het domein Merksplas-Kolonie een toeristische trekpleister te maken, ideaal voor fiets- en wandeltoerisme, waarbij gestreefd wordt naar een combinatie van zowel cultuurtoerisme als recreatieve vrijetijdsbesteding. De klemtoon wordt gelegd op sociaal toerisme met aandacht voor verschillende doelgroepen. Corsendonk Hotels zal in Merksplas inzetten op horeca, fiets- en wandeltoerisme en culinaire en culturele arrangementen. Zij zullen eveneens instaan voor de exploitatie van het bezoekerscentrum en het fietsservicepunt.

Heel enthousiast
Begin juni gaat het bezoekerscentrum in de voormalige woonstalhuis van de Grote Hoeve open, samen met de horecazaak. In de volgende fase van het restauratieproject wordt het hotel opgenomen. In de paardenstallen, het woonstalhuis noord en de twee koeienstallen worden in totaal 70 kamers ingericht.

Dominique Nédée van Corsendonk Hotels: “We zijn heel enthousiast over dit project. Niet alleen de gebouwen waarin we onze horecazaak en hotel kunnen uitbouwen, zijn bijzonder. De hele site, zeker ook als potentieel Werelderfgoedsite, ademt geschiedenis uit. Deze opportuniteit wilden we dan ook graag met beide handen grijpen. Vanuit Corsendonk Hotels willen we dan ook zeker mee inspelen op internationaal toerisme.”