“Vol. Gewoonweg vol. Tot eind november! Elk weekend weer. Plezant, hé, en we hebben het echt gemist. Maar ja, ’t is vol!”
Ik kijk haar met een blik vol herkenning aan. Want ook mijn agenda krijgt dagelijks nieuwe input, en voorlopig wordt het nog vlotjes geslikt. Het is dan ook allemaal plezant, en we hebben zo veel moeten missen. Tijd om in te halen?
Tja, tijd is iets vreemd. Het is net als slaap. Het lijkt alsof je het kan inhalen door er extra van te nemen, maar dat kan nu eenmaal niet. Tijd die weg is, komt nooit meer terug. De verwachtingen waren dan ook al maandenlang hooggespannen. Uitnodigingen van trouwpartijen, communiefeestjes en ‘nieuwe voordeur’-vaten lagen – voorzien van drie laagjes Tippex ter hoogte van de datum – te wachten om tot bij hun bestemmeling te raken.
Ik ga hier mijn leeftijd niet verklappen, en dat doet ook totaal niets ter zake. Maar ik was pas 16 jaar geworden toen het nieuwe millennium gevierd moest worden. Heel veel jaren ervoor zong de betreurde kroonprins van de popmuziek – Prince himself – dat we eens een feestje gingen bouwen alsof het 1999 was. Het liedje werd in 1982 voor het eerst uitgebracht. 2000 kon volgens Prince wel eens het einde der tijden worden, dus zo plezant als in 1999 zou het een jaar later sowieso nooit meer zijn.
Ik zie me nog staan, op een megafuif in Westerlo, vlak voor het einde van 1999. We waren enkele minuten verwijderd van 2000 en hielden er rekening mee dat we terug naar de oertijd gingen door de gevreesde ‘milleniumbug’. De remix van het liedje van Prince, dat al enkele weken de verwachtingen rond het nieuwe millennium had opgezweept, schalde door de boxen: “2000 zero zero party over oops out of time. So tonight I’m gonna party like it’s 1999”.
Tja, het was 1999. De passoa smaakte net hetzelfde als voordien. Het was plezant, maar dat moment waar we zo lang naar uitkeken, bleek gewoon… een moment te zijn. Een aantal klokslagen verder zaten we in dat nieuwe millennium, en alle computers ter wereld bleken stand te hebben gehouden. De bus kwam enkele uren later, netjes op tijd. De hond lag thuis in zijn mand, en gelukkig had mijn mama nog een restje eten in de koelkast staan. Alles bleek hetzelfde.
Als we die periode door zijn, dàn… tja, ook dan heeft een agenda maar 365 vakjes in een jaar, en een dag 24 uur. “Mijn agenda slibt ook vol. En ik vind het ook superleuk. Maar weet je nog, vorig jaar, hoe rustig we het toen hadden.” Ik geef haar een knipoog, en begrip, en dank de hemel dat we elkaar weer zonder mondmasker mogen zien in buitenlucht. En een drukke agenda, awel, dat vond ik altijd al wel leuk. En ik ben blij dat er weer dingen op de planning staan.
Maar als het te veel is? Dan zing ik even mee met Prince: “I got a lion in my pocket, and baby he’s ready to roar.”