Bij onze peuters vinden we het aanvankelijk schattig: Waarom, mama? “Waarom moet ik mijn boterham opeten?” – “Omdat je flink moet groeien, meisje.” “Waarom zegt de hond ‘woef’?” – “Dat is zijn taal, vriendje, net zoals wij kunnen praten.” Na enkele weken in deze fase, of tijdens de derde quarantaine in een jaar of zo, wordt het je soms te veel, en wordt het “Daarom!”.
Een beteuterde blik, of een “Waal-hom daalom?” later, besef ik dat ik een heel belangrijk mechanisme de kiem in smoor, en besluit ik om een nieuw 1-literblik geduld uit de kelder de halen en – diep in- en uitademend – opendraai. Het is de prachtigste vraag die kinderen kunnen stellen. Waarom, waarom, waarom? Door hen geduldig te antwoorden, blijven ze deze vraag cultiveren en stellen.
Bij volwassenen is het net zo. Waarom moet ik die papieren invullen? Waarom is het nodig dat ik iets zus of zo doen? En kan je me nog eens uitleggen waarom je denkt dat deze reorganisatie kans heeft op slagen? Zo lang er ruimte is voor dialoog, en er geargumenteerd wordt, is er ruimte voor verbetering. En in onzekere tijden als vandaag, waarbij zekerheden als onze gezondheid, onze energie, onze cultuur en onze jobs onderhevig zijn aan veranderingen, is die vraag relevanter dan ooit. Door iets begrijpelijk te maken, en door mensen te laten participeren in het denkproces, creëer je draagvlak. En draagvlak is de grootste sleutel tot succes bij verandering. Dat weet toch iedereen.
Eenrichtingsleiderschap smoort elke participatie – en tegelijk alle kritische stemmen – in de kiem. Het is een verdoken manier om zoetjesaan op te schuiven richting dictatoriale stijl. En dat willen we toch niet, wel?
Ik kreeg pas deze brief in mijn mailbox, van Rik Claes, ceo van Benedenti uit Herentals. Ik praatte enkele maanden geleden met hem over zijn bedrijf met 9 tandartsenpraktijken. Wat een ondernemer! Hij doorzwom vele watertjes tijdens zijn carrière, en bouwde een prachtig bedrijf uit met 200 medewerkers. Maar de coronacrisis kreeg hem op de knieën. Hij kiest ervoor om zich niet te laten vaccineren. Niet uit rebellie, niet uit ‘ambetantisme‘, maar wel omdat zijn diepe behoefte naar antwoorden op waarom-vragen niet ingevuld raakt. Ik geef een korte bloemlezing uit de vragen die hij zich stelt in zijn brief naar de redactie.
“Waarom zijn er mensen die zoeken naar antwoorden op de volgende vragen en bezorgd zijn over het verplicht vaccineren en alle maatregelen? Waarom is onze eerstelijnszorg vervangen door politiek georganiseerde vaccinatiecentra? Waarom ziet men vaccinatie als de enige oplossing en vindt men andere ideeën en voorstellen onbespreekbaar? Zijn we op weg naar een overheid die bepaalt wie goede en slechte burgers zijn? Waarom hebben we al zoveel tegenstrijdige regels moeten ondergaan? Waarom miljarden uitgeven aan steunmaatregelen? Had men deze gelden niet beter gebruikt om noodhospitalen te bouwen of te investeren in mensen die in de zorg werken of gemotiveerd zouden kunnen worden dat te doen? Waarom is er zo weinig onderzoek naar de gevolgen van alle maatregelen, zoals mondmaskers, overvloedig ontsmetten, lockdowns. Wat zijn de gevolgen voor opgroeiende jeugd, voor mensen die een dierbare in eenzaamheid moesten laten opsluiten , in eenzaamheid laten sterven en zonder broodnodige knuffel het verlies moesten verwerken?”
“Al deze waarom vragen hebben recht op een antwoord”, vervolgt Rik Claes in zijn brief. “Ik voel me echt geen egoïst of een antivaxer omdat ik ervoor kies op zoek te gaan naar antwoorden alvorens me te laten vaccineren. Ik heb dit alles geschreven met tranen in de ogen omdat ik diep van binnen voel dat deze situatie helemaal niet ok is. Ze willen ons (antivaxers, red.) nu een stempel geven. We moeten zelf maar voor de gevolgen instaan van onze keuze en liefst verbannen worden uit het dagelijks leven. Ik ga mijn levenswerk en sociaal leven moeten opgeven. Ik voel een sfeer die er ook moet zijn geweest in Duitsland in de jaren 1930-1944 . Ga ik me moeten opsluiten of vluchten? Ik had nooit kunnen denken dat deze gevoelens me ooit zouden beklemmen.”
“Graag doe ik daarom een oproep om met een open mind te luisteren naar mekaar en respect te hebben voor elkaars mening en gevoelens”, besluit Rik zijn oproep. “Laat ons samen oprecht op zoek gaan naar de beste oplossingen en eerlijke antwoorden.”