De Kempen baadt dezer dagen in een heerlijk kleverig sausje. Die van de retrohouse. De sound van mijn jeugd, en niet alleen die van mij, zo blijkt. Legacy Festival is op enkele jaren tijd uitgegroeid tot een fenomeen bij de Kempische jongelui (ook wel hardwerkende generatie X en Y genoemd, met huisje-tuintje-kindje, en een goed bollende fiets om jaarlijks met een nostalgisch hart af te zakken naar het Zilvermeer.)
Nee, met een blote buik ga je me er niet meer betrappen. Zo nostalgisch kan ik helaas niet meer worden. Of je me aan de Bonzai-stage gaat terugvinden, dat betwijfel ik ook. Zo hardcore ben ik niet. Maar mijn hart maakt een roffeltje als ik denk aan de Vengaboys op het programma. En Benny van de Cobra – een Kempische fenomeen – niet te vergeten.
‘Dat we er nog veel mogen mogen’. Deze leuze vol positiviteit hoorde ik in de jaren ’90 vaak aan de toog van ons dorpscafé, waar ik de pintjes vlot uit de tapkraan toverde. Word ik oud, denk ik dan, als ik mijmer over de tijd van toen?
We hebben ons verzetje nu eenmaal nodig. Reizen, etentjes en op tijd en stond gaan dansen, dat geeft kleur aan het werkjaar. Druppelsgewijs komen er meer invitaties en spontane babbels. Een terrasje – als het zomerweer het toelaat – is plots zo veel mooier geworden. Er zweeft als het ware een regenboogje boven.
Druppelsgewijs keren we terug – braaf als we zijn geweest – naar een modus van spontaniteit en plezier. We moesten zo lang flink en verantwoordelijk zijn door corona. Dat doe je nu eenmaal als volwassene. Nu mag het spontane kind in ons weer naar boven komen, en spelen, ontdekken en lol maken met vriendjes.
Dus gaan we dansen-dansen dit weekend, daar op het collectieve erfgoed van onze generatie. Zo uitgelaten de sfeer een tiental jaar geleden op Rimpelrock was, zo hevig zal het er dit weekend aan toe gaan op het Zilvermeer. Dan dansen zullen we, de sterren van de hemel!