Ik herinner me de eerste keer alsof het gisteren was. Eerst werd mijn oog getrokken naar een glinsterende plekje op de vloer. Ik stond op uit mijn luie zetel, en zag plots een pad van glinsterende wanhoop dat leidde naar onze woonkamer. Onze dochter zat vrolijk te lachen in ons – gelukkig lederen – salon, met verschillende buisjes vol schitterend vertier. Ze had een stuk of 10 buisjes glitters over het hele huis leeggegoten, en was er vrolijk doorgestapt. Mijn brein gaf me tegenstrijdige signalen: ‘lopen voor je leven’ stond in schril contrast met ‘pak gewoon de stofzuiger, misschien komt het wel goed’.
En ja hoor, het kwam goed. De stofzuiger bleek de glitters gretig op te zuigen, en een half uur later zaten al die glanzende deugnietjes gevangen in mijn meerlagige stofzuigerzak. Dochter onder de douche, de zwabber even over de vloer, en de laatste glitters uit de hond zijn vacht geborsteld: op een dik uur was de radeloosheid bedwongen en kon het gedocumenteerd worden in de ‘boek der grote verhalen’ van de dochter.
Maar het stopte niet met het uitgieten van de emmer. De glitters waren niet weg door ze op te vegen. Mijn man vertrok de eerstvolgende weken wel eens naar zijn werk met een glitter op zijn voorhoofd. Wat weggeveegd lijkt te zijn, verdwijnt van onder onze ogen, maar blijft zijn reis soms tot in eeuwigheid verderzetten.
Het verhaal kwam terug in mijn herinnering toen de hetze rond PFOS onze kranten ging beheersen. Het lijkt weg, maar toch is het dat niet. Het blijft ronddolen, af en toe eens schitteren, en vooral voor polemiek zorgen nu zorg voor milieu en omgeving hoger op de agenda staan dan ooit tevoren. Iets weggooien is eigenlijk iets van plaats verleggen, het probleem naar iemand anders doorschuiven. Los jij dit even voor me op? Dan verzamel ik over 2 weken weer een bak vol afval.
De mens is de afgelopen 100 jaar een schitterende schepper geweest. Er zijn fantastische zaken uitgevonden om het leven op onze planeet makkelijker, beter, efficiënter te maken. De Schepper die sommigen onder ons God noemen, klaarde de klus in 6 dagen. De zevende dag moest hij rusten, en de zaak stond klaar om tot in de eeuwigheid zijn gang te gaan. De mens was iets minder vooruitziend, en heeft in de verderzetting van het scheppingsverhaal er een iets complexere klus van gemaakt. We leren nog elke dag bij van wat we in het verleden niet goed hebben gedaan, en proberen fouten recht te zetten.
Er is nog heel veel werk aan de winkel. De plastic verpakkingen kunnen toch niet allemaal herwerkt worden tot bloembakken? Het groeiende bewustzijn raakt gelukkig meer en meer zichtbaar in onze maatschappij, getuige het succes van korte ketenwinkels en de nieuwe initiatieven zoals verpakkingsvrije winkels in de regio.
Dus als mijn kinderen smeken om extra tubes glitters, zeg ik hen smalend: ‘awel, klimaatjongeren, is dat dan goed voor onze planeet?’. En het werkt wonderwel bij dat kleine volkje.