De hervergunning werd vorig jaar afgeleverd door de Vlaamse regering, nadat de vorige vergunning was afgelopen. Twee natuurverenigingen tekenden beroep aan, omdat de Vlaamse regering onvoldoende zou hebben onderzocht of de kobaltlozingen van het bedrijf een (te) schadelijk effect hebben op de waterkwaliteit van de Grote Nete, waar de lozingen gebeuren.
De Raad volgt nu die kritiek. De vergunning bepaalt dat Ineos Aromatics gezuiverd afvalwater mag lozen in de Grote Nete, mits het respecteren van bepaalde lozingsnormen. Het milieu-effectenrapport dat tijdens het vergunningstraject werd opgesteld, geeft echter aan dat die rivier met de gehanteerde lozingsnormen er nog steeds op achteruit zou gaan op het vlak van kobalt. “Omdat de verontreiniging door kobalt in de Grote Nete zich al in de laagste kwaliteitsklasse ‘niet goed’ bevindt, is elke achteruitgang van die parameter in principe verboden”, stelt de Raad.
Lozingsnorm
De Vlaamse regering argumenteerde destijds dan weer dat de lozingsnorm wel aanvaardbaar zou zijn, omdat die vanaf 1 januari 2027 verder wordt teruggedrongen. De Raad is het daar niet mee eens, aangezien dat betekent dat de waterkwaliteit er intussen nog op achteruitgaat.
Ineos Aromatics had aan de Raad gevraagd om een eventuele vernietiging uitsluitend te beperken tot de lozing van het afvalwater. De Raad gaat daar echter niet op in. “Ineos Aromatics had zelf aangegeven dat de afvalwaterlozing belangrijk is voor de hele bedrijfssite”, klinkt het.
De Vlaamse regering zal nu binnen de drie maanden een nieuwe beslissing moeten nemen, rekening houdend met de vernietiging.
Juridische adviseurs
Ineos Aromatics reageert intussen “geschokt” op de beslissing van de Raad voor Vergunningsbetwistingen en zegt het arrest samen met juridische adviseurs door te nemen om zich over volgende stappen te beraden. Dat de activiteiten meteen zouden moeten worden stilgelegd, spreekt het bedrijf echter tegen.
“Graag geven we mee dat bij vernietiging van een hervergunning zonder substitutie de aanvrager het recht heeft de activiteiten verder te zetten onder de vorige exploitatievergunning die geheractiveerd wordt tot wanneer de minister van Omgeving een nieuwe beslissing neemt”, klinkt het. “Er is dus geen sprake van het stilleggen van de activiteiten.”
