Charlotte Fleerackers draait sinds 2017 voltijds mee in Stabco, het bedrijf dat ze met haar man Marijn Fransen oprichtte. “Ik was 29 toen ik er voltijds bij instapte. Bij de oprichting was de intentie dat ik voor en na mijn werk als management assistent de administratie zou doen. Zo behielden we 1 vast inkomen. Maar na een jaar voelden we de groeidruk van het bedrijf, en stonden we voor de keuze: ofwel pakten we de kansen, ofwel bleef ik mijn ding doen en lieten we het passeren. Dat zou als jong bedrijf natuurlijk bijzonder dom zijn.” Met spijt in het hart nam Charlotte ontslag bij haar werkgever. “En opeens sta je daar dan, en ben je zelfstandige. Dat was toch een raar gevoel. Je moet het zelf doen dan, je kan nergens op terugvallen en niemand komt je polleke vasthouden. Maar de offerteaanvragen bleven binnenstromen en moesten verwerkt worden. En toen hadden we ook al 4 mensen in dienst, dus het HR-gedeelte moest gebeuren.”
Passie is er genoeg, bij Charlotte en haar man. “De passie voor funderingstechnieken, da’s echt Marijn zijn ding. Maar de passie voor ondernemen komt van mij. Iedereen die ondernemer is, kent het gevoel, de drang om te ondernemen. Toen ik nog ging werken, zag ik dat er beslissingen genomen worden waarvan ik dacht: kan dat niet anders of beter? Ook zat ik als scholier al in de schoolraad, en later ook in de ouderraad bij de school van onze pluszoon. Ik heb altijd graag het voortouw genomen. Ik ben altijd de eerste om te zeggen: ‘we gaan ervoor en we pakken het vast’.”
“In het middelbaar heb ik Latijn gedaan. Economie maakte geen deel uit van het programma. Ik besliste om bedrijfsbeheer in avondonderwijs te volgen, omdat ik dat toch parate kennis achtte. Ik wist totaal niet waar het over ging, en voelde wel de behoefte om economische bagage te hebben.” Zelfontwikkeling is voor Charlotte een belangrijk principe, ook voor haar medewerkers. “Ik probeer dagelijks bij te leren, door cursussen van Voka bijvoorbeeld, via de Plato-groep of Topvrouwen. Je leert uiteindelijk het meeste van andere mensen, zelfs al komen ze uit een andere sector. Want uiteindelijk komt het voor iedereen op hetzelfde neer: iedereen kent dezelfde uitdagingen, maar de ene kan er beter mee omgaan dan de andere. Ik ben sowieso sociaal van aard, en verbind makkelijk met anderen. Ja, het laatste jaar was echt een pestjaar voor mij.”
Het laatste jaar was echt een pestjaar. Ik ben sociaal van aard, en plots moest ik binnen zitten.
Charlotte Fleerackers – Stabco
Is er nog tijd voor Charlotte naast Stabco, of is Charlotte Stabco geworden? “Mensen praten soms over work-life-balance, maar is niet mijn ding. Voor we Stabco hadden, werkte Marijn ook al heel hard. Ik heb nooit anders geweten. Als ik altijd op hem moest wachten in de zetel, dan had ik geen sociaal leven gehad. Vroeger sportte ik ook al vaak en had ik een druk sociaal leven. Nu is het minder, maar ik blijf toch leuke dingen doen. Als ik moet kiezen tussen het huishouden doen of sporten, dan ga ik toch sporten. Er zijn nog genoeg vriendinnen die ik zie, hoewel ik overal wel wat later aankom en soms vroeger door moet. En er zijn de kantoorhonden: 2 teckels. De jongste is van vorige week bij ons. Ze vragen zeker mijn aandacht. Ik ga met hen naar jachtlessen, en dat is mijn ontspanning.”
Een goed netwerk om op terug te vallen, is voor Charlotte geen bijkomstigheid. “Als starter kan je niet alles. Er zijn zo veel aspecten van het ondernemerschap, zoals HR, sales, marketing, administratie. Als ondernemer vlieg je erin en je moet ineens alles kunnen. Da’s toch onnozel. Je kan je beter omringen met mensen die meer weten dan jij.” Als snelgroeier voelde Charlotte en haar man snel de behoefte om een klankbord te hebben. “Na twee jaar hebben we al een adviesraad opgericht. Je maakt als ondernemer zo veel mee, en we voelden dat we vastliepen bij onszelf. Het voelt goed dat we ons kunnen omringen met raadgevers.”
Intussen werken er 35 mensen in het bedrijf van Charlotte en Marijn, en dat is een uitdaging. “35 mensen, dus ook 35 verschillende karakters. Je wil ervoor zorgen dat ze tevreden en gelukkig zijn. Maar wat voor de ene goed is, is dat voor de andere niet. Ik werkte vroeger nog als manager bij de bioscoop in Turnhout. Tot mijn 25ste stond ik er aan het hoofd van de jobstudenten en de operatoren. Daar heb ik veel ervaring opgedaan. Want het is niet makkelijk, leidinggeven. Maar met een niet te strenge hand en veel communicatie kan je veel bereiken. Met empathie heb ik het dan wel weer moeilijk. Als er iets is, moet je dat wel de nodige aandacht geven. Maar ik ben niet de persoon die 1.000 schouderklopjes uitdeelt. We werken allemaal hard hier, en willen er allemaal voor gaan. Maar je wil natuurlijk ook een toffe werkgever zijn.”
Dat je het harde werk niet op de rekening ziet, is soms lastig als snelgroeier.
Charlotte Fleerackers – Stabco
De tweede grote uitdaging van Stabco is de cashflow. “Je moet daar niet over zeveren, zoiets moet bespreekbaar zijn. Ons bedrijf doet het goed, maar door zo hard en snel te groeien, zit er heel veel geld in onze investeringen. Dat je het harde werk niet op de rekening ziet, is soms lastig als snelgroeier.”
“Toen we startten, stond in ons businessplan het doel dat we 7.000 euro winst zouden maken. Dan mochten we toch al blij zijn? Toen Marijn thuiskwam en vertelde dat hij een heftruck had gekocht van 5.000 euro was ik kwaad. ‘Zijde gij zot!’, riep ik hem toe. En nu, vijf jaar later, doen we investeringen in machines van anderhalf miljoen. Het zijn natuurlijk beredeneerde aankopen waarover serieus nagedacht is, maar onze perceptie van geld is de laatste jaren helemaal veranderd. En toch: je kan alleen winst maken als je elke euro omdraait. Je moet goed blijven weten vanwaar je komt.”