Oprichter van Kleding De Witte Louis Mertens lanceerde zijn zaak in 1944 op het dorpsplein van Blauberg. Hij had er het eerste handelsregisternummer van het kanton Turnhout van na de Tweede Wereldoorlog. Nadien verhuisde het bedrijf een paar honderd meter verderop. In 1968 schoof de zaak nog wat op naar de huidige locatie op de Averbodesteenweg, naar een compleet nieuwe winkel van meer dan 1.000 vierkante meter groot, een unicum in die tijd.
Dochter Josephina begon al in haar jeugdjaren als verkoopster te werken in de zaak. In 1989 volgde ze haar vader op als zaakvoerster en bouwde ze de winkel uit tot een begrip in de streek voor dames- en herenmode. Inmiddels nadert haar 80ste verjaardag en is het stilaan tijd voor een welverdiend pensioen, vijftien jaar later dan de wettelijke pensioenleeftijd.
Ernest Claes
“Na de oorlog leerde mijn vader een aantal leveranciers kennen, eerst in het binnenland, later ook in het buitenland, waaronder in Duitsland en Italië”, legt Josephina uit. “In ons land begon mode in die tijd vooral in Brussel te bloeien. Mijn vader reed er toen geregeld naartoe met een kameraad die ook een winkel had. Als ik wat ouder werd, mocht ik ook al eens mee, een leuke ervaring.”
Doorheen de jaren zag Josephina ontelbare modetrends komen en gaan. Het retaillandschap zag ze voor haar ogen veranderen. “In de beginjaren waren de klanten nog minder veeleisend”, legt ze uit. “Ze waren al tevreden als je een kleed of vijf in de aanbieding had in verschillende maten. Van het internet was er toen natuurlijk nog geen sprake. Veel klanten kwamen zelfs nog met de fiets. Je kunt dat totaal niet meer vergelijken met nu. ”
De naam van de zaak is een verwijzing naar de bijnaam van haar vader Louis, die in Blauberg en omgeving bekendstond als De Witte. “Dat was in die tijd een roepnaam voor veel mensen die Louis heten”, zegt ze. “Het boek De Witte van Ernest Claes en de film die ervan gemaakt werd, heeft daar zeker ook een rol in gespeeld. Dat was een begrip in die tijd.”
Laatste etappe
Josephina had al van kinds af aan een passie voor de zaak. Haar vijf boers zijn er nooit ingestapt. “Mijn ouders wilden wel dat ik eerst mijn school afmaakte, zodat ik nog iets anders achter de hand had als het me toch niet zou meevallen”, vertelt ze. “Maar ik ben het altijd graag blijven doen, ook al kon ik nooit vrijuit met vriendinnen mee op stap gaan voor een fietstochtje of een tasje koffie. Ik moest altijd in de winkel zijn, ook tijdens de weekends.”
Op vrijdag 29 maart begint Josephina aan haar laatste etappe: een grote uitverkoop met fikse kortingen. Alles moet weg. Ook de paspoppen, het winkelgerief en het etalage- en decoratiemateriaal mogen de deur uit. Hoewel ze het contact met haar klanten zeker gaat missen, heeft ze toch de knoop doorgehakt. “Ergens moet het ooit stoppen”, zegt ze.