Het gebruik van de fiets om naar het werk te rijden, neemt sterk toe. Uit cijfers van dienstverlener Acerta blijkt dat in 2016 een kleine 30% van de werknemers in de provincie Antwerpen geregeld de fiets gebruikte als vervoermiddel. Dat is een stijging van 23,5% tegenover een jaar voordien en meteen ook het hoogste cijfer van alle Vlaamse provincies. Gemiddeld legt de Antwerpenaar 15,9 km af tussen de werk- en woonplaats.
Het voorbije jaar investeerden heel wat bedrijven in leasingmogelijkheden voor fietsen en elektrische fietsen. Deze laatste zorgen er ook voor dat afstand een minder belangrijke rol speelt wanneer een werknemer de keuze moet maken tussen de fiets en een ander vervoermiddel. “Ook de stijgende verkeerscongestie door structurele files stimuleert werknemers om andere oplossingen te zoeken dan de wagen. De fiets is vaak extra voordelig doordat de werknemer een fietsvergoeding krijgt toegekend en minder stress heeft doordat hij het drukke verkeer kan vermijden. Daarnaast zorgt de intrede van de elektrische fiets ervoor dat langere afstanden afgelegd kunnen worden zonder al te veel inspanningen te moeten leveren”, aldus Sarah Peeters, directeur bij Acerta Consult.
Auto blijft kampioen
Tegenover de sterk gestegen gebruik van de fiets noteerde de provincie Antwerpen een zeer bescheiden stijging van het bus- en treingebruik. 2,7% van de werknemers koos in 2016 voor de bus, 1,9% voor de trein. “Ondanks de aanmoedigingen van de overheid en de bedrijfswereld, is er dus geen wijziging in het gedragspatroon. Het is duidelijk dat de fileproblematiek op zich onvoldoende motivatie vormt voor de werknemer om het openbaar vervoer als alternatief in te zetten”, aldus nog Sarah Peeters.
Met 70% van de werknemers blijft de auto nog altijd veruit het populairste vervoersmiddel.