Bakker is zo’n typische ambacht waar de liefde en passie voor het métier binnen een familie van de ene generatie wordt overgedragen aan de andere. Wie niet opgroeit tussen de deegkneders, rijskasten en regaalwagens lijkt bij voorbaat uitgesloten voor het bakkersbestaan. Toch is het geen conditio sine qua non, zo bewijst Eric Van Thillo.
De Essenaar groeide op in een nest waarin moeder noch vader iets te zien hadden met de stiel. “Papa was postbediende, mama poetste bij de post”, begint Van Thillo zijn relaas. “Als tiener verdiende ik wat zakgeld bij de Essense bakkerij Van Peer. Ik leverde brood aan huis en smeerde af en toe een koffiekoek. Zodoende kreeg ik de bakkersmicrobe stilaan te pakken.”
Op dat moment had Van Thillo echter geen flauw idee welke rooskleurige toekomst dat studentenbaantje voor hem zou inluiden. “Ik volgde de richting metaal op het middelbaar. Na een jaar zwoegen, had ik door dat mijn dromen zich elders situeerden. Metaal was niets voor mij, ik wilde naar de bakkersschool. Brood leveren met vrachtwagens en met een Porsche rijden, dat waren mijn grootste dromen”, lacht Van Thillo. Met de zege van zijn ouders trok de jonge snaak naar de bakkersschool in Antwerpen. “Zij waren fier op mijn keuze.”
Niet te missen opportuniteit
In de Koekenstad vergaarde Van Thillo in enkele jaren tijd de broodnodige feitelijke kennis en technische vaardigheden om zijn dromen te realiseren. In de herfst van 1989 maakte de rasondernemer dan zijn eerste sprong in het onbekende. “Er kwam een mooi pand vrij in de Nieuwstraat in Essen. Een niet te missen opportuniteit, en zo was de allereerste vestiging van bakkerij Van Thillo een feit.”
Begin november opende Eric voor de eerste keer de deuren. “De zaken liepen meteen gesmeerd”, blikt de Essenaar terug. “Ik had een duizendtal pistolets gemaakt. Anderhalf uur na de opening waren die allemaal de deur uit. Dat overtrof mijn stoutste verwachtingen. Of er een gebrek aan bakkers was indertijd? Nee, allerminst. Er waren er meer dan tien. Wij kenden gewoon het hele dorp, en iedereen wilde mijn producten proeven.”
De weken en maanden na de opening denderde de Van Thillo-trein ongestoord voort. Geen sinecure, want in 1992 verwelkomde Eric zijn dochter Jenthe. “Ik groeide bijna letterlijk op in de bakkerij”, lacht ze.
“Als baby weende Jenthe ’s nachts nogal veel. Ik nam haar mee naar de bakkerij en gaf haar wat rozijntjes, terwijl ik brood bakte. Zo kreeg ik haar stil”, lacht papa Eric. Het is de start van een prachtig vader-dochter verhaal.
Ondertussen barst Van Thillo zo stilaan uit zijn voegen. In 1994 blijkt de bakkerij te klein voor haar klandizie. Een verbouwing faciliteert verdere groei. Niet veel later geniet Van Thillo ook naamsbekendheid vlak over de grens. En zo verschijnen onze Noorderburen voor het eerst op de radar van de bakkerij.
Vers bloed
In 1999 is Eric alweer klaar voor een nieuwe stap. “Ik kan niet stilzitten”, vertelt de bakker daar nu over. “Vanaf de zaken ietwat op automatische piloot verlopen, heb ik nood aan een nieuwe uitdaging.”
En die komt er: de bakkerij breidt uit en zet naast brood ook in op banket en patisserie. Een gouden zet, want opnieuw laat uitbreiding niet lang op zich wachten. In 2003 neemt Van Thillo bakkerij Leenaerts over in de Statiestraat in Kalmthout.
Enkele jaren later zette de jonge Jenthe haar eerste stapjes in de bakkerij. “Ik wilde graag helpen in de zaak. Papa ging akkoord, op voorwaarde dat ik zou starten met de afwas. Dat vond ik toen niet zo tof, maar nu begrijp ik waarom. Door zulke taken zelf te doen, krijg je respect voor ieders werk binnen het bedrijf.”
Al snel raakte Jenthe helemaal in de ban van het bakkersbestaan. “Maar ik pushte haar geenszins om in mijn voetsporen te treden”, vertelt Eric.
“Erger nog, ik moest eerst drie jaar ‘gewoon’ middelbaar onderwijs volgen”, lacht Jenthe. “Verschrikkelijk was dat. Het interesseerde me geen zier en stapelde de slechte rapporten op. Nadat ik die drie jaar met horten en stoten had afgewerkt, kon ik eindelijk doen wat ik echt wilde. Ik trok op internaat naar de bakkersschool in Brugge, waar ik zes heerlijke jaren beleefde.”
Terwijl Jenthe de kneepjes van het vak leerde in West-Vlaanderen, haalde Eric’s ondernemersdrang opnieuw hoge pieken. “Met een kameraad uit het Geelse richtte ik Versgalerij Van Thillo op. We wilden Vlaanderen veroveren en openden winkels in Oostmalle, Wuustwezel en Hoogstraten. Helaas beseften we na een jaar dat een schoenmaker best bij zijn leest blijft”, blikt Van Thillo terug.
Het zijproject werd opgedoekt. “Maar de inspanningen bleken niet helemaal voort niets te zijn geweest. Het filiaal in Hoogstraten werd verbouwd tot derde bakkerswinkel. De focus kwam zo volledig terug op de bakkerij te liggen.”
Baanbrekend brood
Maar Van Thillo zou Van Thillo niet zijn mocht de bakker ondertussen al op nieuwe plannen broeden. “In 2018 raakte ik volledig in de ban van desembrood”, vertelt Eric. “Ik ben uiterst nieuwsgierig en geïnteresseerd in wat er gebeurt in ons wereldje. Toen ik desembrood leerde kennen in Frankrijk, besefte ik meteen dat er een gouden toekomst weggelegd was voor dat type brood.”
Desembrood is simpelweg brood waarvan het deeg niet met gist is gerezen, maar met desem als rijsmiddel. “Zoiets baanbrekend kenden wij hier niet. En dus ging ik lessen volgen in Franse bakkerijen en in de Bakery Institute in Zaandam. Toen ik wist hoe de vork in de steel zat, wilde ik desembrood aanbieden in onze bakkerijen, maar dat is niet vanzelfsprekend”, oordeelt de bakker.
“Het productieproces verloopt helemaal anders. Daarom besloot ik om de bakkerij in Kalmthout om te vormen naar een desembakkerij. Sindsdien staan er twee geweldige kerels in het atelier die zich ontfermen over het desembrood. De ene is een Syrische parfumeur, de andere een Egyptenaar. Beiden hadden geen kaas gegeten van broodbakken, maar ze doen het voortreffelijk”, looft Van Thillo. “Zij bereiden het brood, maar het afbakken gebeurt in de bakkerij waar het brood uiteindelijk over de toog gaat.”
Klanten laten proeven
“Initieel was het niet evident om desembrood aan de man te brengen”, blikt Jenthe terug. “Je eet en snijdt het anders. Daarom lieten we klanten vaak en veel proeven. Die aanpak wierp zijn vruchten af, want ondertussen is het een van onze populairste producten.”
“Ik ben er ontzettend fier op”, voegt Eric toe. “Ik vind zelfs dat we ons desembrood nog meer moeten aanprijzen bij de klanten.”
Klanten warm maken voor je producten doe je tegenwoordig ook via sociale media. Ook die boot heeft Van Thillo niet gemist. “Dat hebben we volledig te danken aan Jenthe”, oppert Eric. “Zeven jaar geleden werd zij mede-aandeelhoudster van de bakkerij. Een kantelpunt.”
“Papa had geen interesse om de bakkerij ook online op de kaart te zetten. Ik had daar een ander idee over. Ik trok aan het langste eind en timmerde aan socialemediakanalen. Niet veel later kregen we plots bestellingen van klanten ver buiten Essen. Zo vroeg iemand eens om 2.000 Antwerpse Handjes. Ongelofelijk, en een bewijs dat die aanpak werkt”, lacht Jenthe.
Sinds 2019 vormen Jenthe en Eric een dynamisch duo aan de top van het bakkersimperium. “We hebben beiden onze kwaliteiten, en die vullen elkaar perfect aan”, stelt de dochter.
Over de grens
Een jaar later tillen vader en dochter hun bakkerij opnieuw naar een hoger niveau. Van Thillo zet voet aan grond in Nederland. “Ik was jaloers op bakkers die klanten aantrokken vanuit alle windrichtingen”, aldus Eric. “Ik kon enkel naar het zuiden kijken, want anders zat ik in Nederland. En daar heerst toch een andere mentaliteit en traditie als hier. Desondanks liet ik een marktonderzoek uitvoeren om de geknipte potentiële locatie te vinden net over de grens. Dat bleek Ginneken te zijn, een wijk in het zuiden van Breda.”
“In september 2020 sloegen we de handen in elkaar met patisserie Joep en openden een fraaie winkel in de Nieuwe Ginnekenstraat. Na een halfjaar stapte Joep eruit en sindsdien doen we het daar alleen”, legt Eric uit.
“Sinds dag één lopen de zaken er van een leien dakje”, glundert Jenthe. “Onze Nederlandse klanten zijn verzot op het desembrood en onze pistolets en koffiekoeken. Dat kenden ze daar niet. Dat verklaart wellicht het waanzinnige succes, dat opnieuw onze stoutste verwachtingen overtreft.”
Het ongebreidelde succes in Breda doet rasondernemer Eric snakken naar meer. “Als het aan mij ligt, hadden we al een tweede winkel in Nederland.”
“Maar af en toe moet papa wat getemperd worden”, lacht Jenthe.
Crèmerie Van Thillo
Maar rust, nee, dat staat niet in zijn woordenboek. Zo is Eric op dit moment druk in de weer met een nieuw zijproject. “Na de sluiting van ijssalon Roma in Essen, gaapt er een leegte in dat segment. Daarom startte ik met de ijsventer van Roma een nieuwe vennootschap op: crèmerie Van Thillo. Het ijs wordt gedraaid in Breda en verkocht via twee ijskarren. Zo kan de Essenaar opnieuw genieten van ijs.”
“Ze werken zelfs aan een applicatie waarop klanten het traject van de ijskar live kunnen volgen. Ik ben geschrokken hoe goed ze dit nieuwe avontuur aanpakken”, lacht Jenthe.
Wil Eric zich binnenkort in een nieuw avontuur smijten, zal hij wellicht toch twee keer nadenken. Jenthe is immers in blijde verwachting van haar allereerste kind. “Als alles goed gaat, mag ik me volgende week voor het eerst grootvader noemen. Een bijzondere gebeurtenis”, stelt Eric. “Ik ga daar enorm van genieten. Dat is het enige toekomstplan dat resoluut vaststaat.”