Kathleen Helsen (CD&V) sneed in Herentals een lokaal gebakken taart aan die ze eerst zelf had mogen versieren. Herentals was de eerste stad die in 2014 de provincie om hulp vroeg, vanwege een sterk stijgende leegstand in de winkelstraten. Sinds dat jaar zet Provincie Antwerpen een detailhandelcoach in voor de gemeenten die erom vragen. De voorbije tien jaar deden 54 gemeenten dat. Voor 2018 waren dat er al 28, tussen 2018 en 2022 nog eens 22 en na de coronapandemie in 2022 vroegen nog acht gemeenten om bijstand.
Een beter beleid was nodig. Niet alleen leden de winkelkernen onder het stijgende aantal baanwinkels, ook het groeiende aandeel van e-commerce leidde tot meer leegstand in het centrum. “De provincie heeft daarom personeel aangeworven dat data heeft verzameld en op basis van die gegevens adviezen heeft verstrekt”, legt Kathleen Helsen uit. “De lokale besturen kregen een beter overzicht op welk aanbod verdween, wat bleef en waaraan nog nood was. Tien jaar later krijgen we een beeld van het effect en dat is gunstig.”
De effecten zijn zichtbaar op drie domeinen. In de begeleide gemeenten stagneerde de leegstand. “Die was in de eerste groep gemeenten gestegen met 62 procent, nu is er nog maar een stijging van 1,5 procent.”
Sinds 2018 stijgt het aantal supermarkten niet meer in deze gemeenten. “Voordien namen nieuwe supermarkten ook nieuwe open ruimte in. Vandaag wordt met een gericht vergunningenbeleid gestreefd naar hergebruik van leegstaande panden. In de stad Antwerpen merken we dat er een tendens is naar meer kleine supermarkten op wandelafstand, ten nadele van de grote mastodonten.”
Funshopping onder druk
Een derde duidelijk effect is er op het vlak van funshopping. “Deze winkels, die onder andere mode, juwelen en luxeartikelen aanbieden, hebben het meest te lijden onder de e-commerce. In Vlaanderen nam het aanbod de voorbije tien jaar met 21 procent af, in de kleine steden in de provincie is er zelfs sprake van een daling tussen veertig en vijftig procent. Daar waar een detailhandelcoach werd ingeschakeld, is de daling veel beperkter.”
In Herentals daalde het aanbod met 35 procent, wat beter is dan in vergelijkbare kleine steden. In Turnhout is de leegstand hoger dan in Herentals, maar daalde het shoppingaanbod in het afgebakende kernwinkelgebied met twintig procent. “Turnhout heeft het detailhandelbeleid ook afgestemd op de randgemeenten. Daardoor beperkt Turnhout het verlies zonder dat dit nadelige effecten voor die randgemeenten heeft.”
Net als Turnhout bakende Nijlen het kernwinkelgebied af en slaagde de gemeente erin om het aanbod aan mode- en luxezaken te concentreren in het winkelcentrum. Ook in Heist-op-den-Berg is er een terugval van slechts twaalf procent door het kernversterkend beleid.
Herentals was de eerste gemeente die bij de provincie om raad had gevraagd, maar Zwijndrecht was de eerste gemeente die door de provincie werd gecoacht. “Dankzij een beleid op maat is de leegstand er binnen de perken gehouden”, zegt detailhandelcoach Ben Op de Beeck. “In tien jaar tijd is er zelfs sprake van een globale daling van de leegstand van 10,7 naar 8,6 procent. Dat is geen sinecure voor een gemeente die een hypermarkt op het grondgebied heeft. Edegem is er door onze coaching zelfs in geslaagd om het lage leegstandniveau van 2008 te behalen. Sinds 2017 schommelt de leegstand er rond vijf procent.”
“Het blijft een werk van lange adem”, beseft Kathleen Helsen. “Het terugdringen van de leegstand vraagt om een goed strategisch beleid. Maar we tonen nu aan dat de overheid daarin een belangrijke rol kan spelen. Dat moeten we blijven doen.”
In de congresruimte van het provinciehuis in Antwerpen loopt tot midden maart een tentoonstelling over detailhandel in de provincie Antwerpen, met foto’s van Tine Van Leemput. De expo is gratis toegankelijk tijdens de openingsuren van het provinciehuis.