Sinds 1 januari 2017 kunnen studenten die een zelfstandige activiteit uitoefenen het statuut van student-zelfstandige aanvragen. Basisvoorwaarden zijn maximum 25 jaar oud zijn en ingeschreven zijn aan een Belgische of buitenlandse onderwijsinstelling, met de bedoeling om een diploma te behalen dat erkend wordt in België. Aan het statuut zijn een aantal voordelen gekoppeld, zoals een vrijstelling van sociale bijdragen op de eerste inkomensschijf van 7.329 euro.
Sinds de start van het statuut is het aantal meer dan verdubbeld. In het derde kwartaal van 2023 waren er in België 10.230 student-zelfstandigen actief (bron RSVZ). In 2017 waren dat er 4.495. Ook hr-dienstengroep Liantis zag in 2022 al een stijging van het aantal studenten-zelfstandigen dat bij hen aangesloten is met bijna 8 procent ten opzichte van het jaar daarvoor.
Administratieve rompslomp
“Er is zeker nog marge voor verbetering”, meent Unizo-topman Danny van Assche. “Het belangrijkste minpunt is de administratieve rompslomp. De student-zelfstandige moet elk school- of academiejaar opnieuw aantonen dat hij effectief ingeschreven is als student en effectief deelnam aan de examens. Dit zou gemakkelijker en zelfs geautomatiseerd moeten kunnen.”
Nieuwe cijfers van de RSVZ bewijzen dat het statuut een echte springplank is naar verder ondernemerschap. Van de 6.283 student-zelfstandigen die in 2018 zijn opgestart, was in 2022 nog 41% actief als zelfstandig ondernemer, waarvan 25% in hoofdberoep en 16% in bijberoep. Deze leerschool als student-ondernemer is ideaal voor wie plannen heeft en de ondernemersmicrobe voelt kriebelen. Maar Unizo wil nog veel meer jonge ondernemers zien.
Leerplannen
Hoewel ondernemerschap is opgenomen in de minimumdoelen, merken we in de realiteit, en vooral sinds de afschaffing van het attest bedrijfsbeheer en de toegang tot het beroep om ondernemerschap in 2018, dat er geen incentives meer zijn voor scholen om er grondig op in te zetten. Omdat ondernemerschapscompetenties zinvol zijn voor elke jongere, pleit Unizo daarom voor een meer integrale en grondige uitwerking van die ondernemerschapscompetenties in de leerplannen van minimaal de derde graad van het secundair onderwijs.
Danny Van Assche: “Basiscompetenties ondernemerschap en ondernemingszin maken nu al wel deel uit van de eindtermen/minimumdoelen en zijn relevant of je nu start als zelfstandige of niet. Toch merken we dat het vaak nog te weinig wordt meegenomen in de leerstof. Om sterk en duurzaam van start te kunnen gaan met een eigen zaak is het een absolute must, vooral ook omdat we merken dat een loopbaankeuze als zelfstandig ondernemer voor bepaalde sectoren vaak een evidentie is, denk maar aan bijvoorbeeld de bouw, tuinaanleg, kappers, horeca… Een alternatief voor een integrale benadering is een nieuw 7de jaar ondernemerschap als een equivalent van het algemeen vormend jaar. Wie goed geïnformeerd en geschoold is ziet zijn slaagkansen als ondernemer sterk verhogen.”
Maximumleeftijd
Tenslotte wil Unizo ook de maximumleeftijd verhoogd zien. “We merken een enorme goesting bij studenten om te ondernemen. Het is dan ook zeer jammer dat de maximumleeftijd voor het statuut 25 jaar is. Niet elke student is dan al afgestudeerd. Universiteiten en hogescholen wijzen erop dat velen daardoor voortijdig afhaken.”