65% van de schrijnwerkers heeft last van buitenlandse concurrentie

schrijnwerkIn het kader van de voorstelling van het nieuwe kantoorgebouw bij Beneens in Olen maakte de Bouwunie de resultaten bekend van een grootschalige enquête bij schrijnwerkers en interieurbouwers. Daaruit blijkt dat 65% problemen heeft met de toenemende concurrentie van buitenlandse schrijnwerkbedrijven en Belgische bedrijven die buitenlandse werkkrachten inschakelen. Probleem is dat ze niet kunnen opboksen tegen de goedkope prijzen.

Orderboekjes minder lang gevuld
De meeste ondervraagde bedrijven geven aan dat ze voldoende werk hebben. 19% heeft zelfs te veel om handen met de huidige organisatiestructuur en personeelsbezetting. 17% heeft te weinig werk. Een aanzienlijk percentage maar toch minder dan vorig jaar, toen gaf 21% aan te weinig werk te hebben. Bijna 4 op 10 geeft aan dat het aantal orders toegenomen is. Maar gemiddeld gezien loopt het orderboekje minder ver. Slechts 9% heeft een orderboekje dat verder dan een half jaar reikt. Vorig jaar was dat 14%.

Buitenlandse concurrentie is op enkele jaren tijd een groot probleem geworden. 1 op 5 geeft aan dat dit zelfs in erg grote mate een probleem is. Het gaat dan om concurrentie van Belgische bedrijven die werken met buitenlandse onderaannemers (aldus 62% van de schrijnwerkbedrijven), buitenlandse werknemers of zelfstandige vennoten werken (40%). 24% zegt ook rechtstreeks concurrentie te ondervinden van buitenlandse schrijnwerkbedrijven. Ook het meebrengen of importeren van buitenlandse materialen speelt een rol in de concurrentiestrijd.

Extra service voor de klant is belangrijk om het verschil te maken, geven de bedrijven aan in deze studie. Enkel wie daarenboven de nadruk legt op kwaliteit en vakmanschap, kan nog opboksen tegen de goedkoopste prijs.