Karla Basselier studeerde rechten in Kortrijk, Gent en Brussel, en volgde daarna een MBA aan de Antwerp Management School. In 2005 werd ze adviseur op Buitenlandse Zaken, waar ze de Belgische belangen rond strategische grondstoffen verdedigde op het internationale toneel. Ze nam mee de handschoen op in de strijd tegen bloeddiamanten en werkte daarna zelf tien jaar voor de Antwerpse diamantkoepel AWDC.
De voorbije twee jaar was Basselier kabinetschef Algemeen Beleid van vicepremier Vincent Van Quickenborne (Open VLD). “In die functie volgde ik de beleidsbeslissingen van de vakministers op, om die dan te toetsen aan het regeerakkoord. Ik bereidde ook mee de ministerraden en kernkabinetten voor”, vertelt ze.
De carrièreswitch naar de textiel-, hout- en meubelindustrie is opvallend, maar volgens Basselier niet onlogisch. “Voor AWDC zat ik in de raad van bestuur van het VBO. Daar kwam ik voor het eerst in contact met Fedustria. Ik heb geen directe band met de sector, maar ik was aangetrokken door de positie uit liefde voor onze Belgische maakindustrie. Daar spelen gelijkaardige uitdagingen als in de diamantsector. Ik voel een sterke gedrevenheid om belangen te verdedigen. Het is de rode draad doorheen mijn cv.”
“Ik wil het kmo-land dat BelgiĆ« is beter leren kennen.”
Karla Basselier
De Belgische textiel-, hout- en meubelfederatie vertegenwoordigt 1.700 bedrijven, goed voor 36.000 jobs en jaarlijks 10 miljard euro omzet. Het hoeft niet te verbazen dat er bij de job van Fedustria-CEO een uitgebreide functieomschrijving hoort. “Het gaat om belangenbehartiging en het delen van kennis met de leden. Maar evengoed zorgen voor een goede interne werking en een breed netwerk van contacten ter beschikking stellen. Je staat aan het hoofd van een organisatie met dertig medewerkers. De CEO is natuurlijk ook het gezicht van de organisatie en de sector.”
Innovatie
Volgens Basselier hebben mensen niet altijd een goed beeld van de sectoren die Fedustria vertegenwoordigt. “Mensen denken wel eens dat ik via de textielindustrie in contact ga komen met bekende modeontwerpers, en dat ik voortaan hun ontwerpen zelf ga kunnen dragen.” (lacht)
“De textielindustrie ontwikkelt belangrijke technische toepassingen voor onder meer ziekenhuizen, de bouwsector en defensie. Ik was erg onder de indruk van textielbedrijf Sioen, een echte koploper op vlak van innovatie. We hebben ook een sterke hout- en meubelsector in België. Denk maar aan een bedrijf als Unilin. Deze en vele andere ondernemingen zijn ook cruciaal voor onze export.”
Maar vanuit de sector klinken steeds meer zorgwekkende signalen. Sioen legde vorige maand al een deel van de productie stil wegens de hoge energiekosten. Kort voor ons gesprek raakte bekend dat in augustus de industriële productie met 10 procent is gedaald tegenover vorig jaar.
“Je merkt de druk door inflatie. Er dreigt een competitiviteitscrisis”, waarschuwt Basselier. “De discussies rond een nieuw interprofessioneel akkoord zijn volop aan de gang. Het is cruciaal dat de loonnormwet behouden blijft. De maakindustrie is een Belgische trots, die moeten we hier blijven verankeren. We kunnen ons geen grote loonhandicap met de buurlanden veroorloven.”
Basselier – tot voor kort kabinetschef – is wel tevreden met het pakket nieuwe maatregelen van de regering. “De beperkte vrijstelling van de patronale bijdragen is welgekomen voor onze bedrijven. Een overheid moet het economisch weefsel niet alleen beschermen, maar ook mee toekomstgericht maken.”
De komende zes maanden gaat Basselier warmlopen onder begeleiding van Fa Quix, die er een lange carrière heeft opzitten bij Fedustria. Dat Quix grote schoenen achterlaat om te vullen, beseft ze maar al te goed. “Iedereen in de sector kent Fa. Hij heeft een sterk netwerk opgebouwd in zijn jaren als directeur-generaal. Zijn voetsporen maken me nederig. In die eerste periode ga ik onze leden bezoeken en veel luisteren. Ik wil het kmo-land dat België is beter leren kennen.”