Claudine Cochez Claudine Cochez stopt na dertig jaar met haar stoffenwinkel in de Statiestraat. Foto: Sarah Van den Elsken

Stoffenwinkel Eclips gaat voort als creatieve ruimte: “Modestudenten hebben vaak nood aan een plek om te ontwerpen”

Na dertig jaar komt er een einde aan stoffenwinkel Eclips in de Berchemse Statiestraat. Zaakvoerster Claudine Cochez (55) blijft wel naailes geven en wil van de winkelruimte een creatieve hotspot maken. “Schilders, dichters, ontwerpers,... iedereen zal welkom zijn”, zegt ze.

Het is goed geweest voor Claudine. Bijna dertig jaar was ze het gezicht van stoffenwinkel Eclips, op een boogscheut van Berchem Station. Recent kochten zij en haar man een boot, waar ze nu mee van het leven willen gaan genieten. Het schip ligt momenteel in Berlijn. Toch hoeven de vaste klanten niet meteen te wanhopen, want Eclips houdt dan wel op te bestaan, helemaal verdwijnen doet de zaak nog niet.

“We hebben al bezoek gehad van een bedrijf dat de ruimte wou overnemen om er iets helemaal anders mee te doen, maar dat kon ik niet over mijn hart krijgen”, vertelt Claudine. “Ik vind het zo’n vreemde gedachte dat hier iemand anders zou rondlopen. Ik weet dat jonge modestudenten nood hebben aan ruimte om aan hun creaties te werken. Vaak komen ze vanuit het buitenland naar Antwerpen om te studeren en kunnen ze zich maar een kleine studio veroorloven. Daarom dacht ik: ‘we maken van de winkel gewoon een creatieve ruimte’. Een ruimte waar wie iets maakt of dat wilt verkopen, terechtkan. Het is de bedoeling ook expo’s, voordrachten en pop-upwinkeltjes te organiseren. We willen wel de huiselijke sfeer behouden. Over drie maanden moet alles klaar zijn.”

Beginnende kunstenaars

Een evenementenagenda is er nog niet. Claudine kijkt de kat nog ietwat uit de boom. “We horen wel van veel mensen dat ze het een uitstekend idee vinden”, vertelt ze. “De Berchemse kunstacademie heeft natuurlijk zelf tentoonstellingsruimtes, maar wat na de opleiding? Het is voor mensen die nog niet meteen ergens terechtkunnen, dat we onze creatieve ruimte openen. Zodat ook zij hun werk kunnen tonen en mogelijk ook verkopen. Hopelijk kunnen we veel beginnende kunstenaars en ontwerpers zo een stevig handje helpen.”

Zelf zal ze geen eigen werk tentoonstellen of creaties aan de man brengen. “Ik ben creatief en heb vooral een goed oog voor talent, maar ik ben geen artiest.”

Claudine met klant Steffie. Zij komt samen met dochtertje Frida stof uitkiezen. Foto: Sarah Van den Elsken

Claudine blijft ook naailessen organiseren. Dat doet ze in het zaaltje achter de winkel, waar nu nog een voorraad stof ligt. “Ook hier zullen er expo’s georganiseerd kunnen worden. En als we uitgekeken zijn op de bergen stof die hier nog liggen, dan schuiven we gewoon het deurtje toe en ziet niemand ons koopwaar nog. Het is niet langer de bedoeling dat de klanten gewoon binnenstappen en een stofje uitkiezen. Maar wie contact met ons opneemt en op zoek is naar een specifiek motiefje dat wij hebben liggen, help ik met veel plezier verder. Onze telefoon staat de laatste tijd nog net niet roodgloeiend. Zo hebben we op oudjaar, om 23 uur, nog iemand uit de nood geholpen. Die mensen hadden een spontaan feest voor driehonderd personen gepland en zochten nog zwarte satijn. Natuurlijk zullen ook mijn naaileerlingen hier hun materiaal kunnen kopen.”

Claudine geeft al heel lang les. “Nog voor ik de winkel had, kon je bij mij al naailes volgen”, vertelt ze. “Maximum vijf mensen tegelijk, nooit meer. Mijn leerlingen verdienen een individuele begeleiding. Zo komen er mensen die hun eigen trouwkleed maken, gordijnen willen ontwerpen,… Ik spring van het ene project mee naar het andere. Aangezien ik mijn eigen kleren maak, was het maar een kleine stap om ook anderen daarbij te helpen. En dat wil ik graag nog een tijdje blijven doen.”

Harde wereld

Even over het verleden dan. “De zaak bestaat sinds 1978”, vertelt Claudine. “Dat was toen echt nog maar een heel klein winkeltje, van vijf meter op vijf. Bijna dertig jaar geleden namen wij het roer over. Dat was toch een stevige stap, want ik werkte daarvoor bij een bank als kredietanaliste. Naaien was toen bijlange geen hippe bezigheid, dat was echt voor de ‘seuten’ onder ons. Wie niet goed kon leren, ging dan maar snit en naad volgen. Dat was echt een beroep voor wie weinig anders kon. Mijn ouders wilden dat ik mee in hun bakkerszaak kwam werken, maar dat zag ik echt niet zitten. Ik was als kind al bezig met naaien: kleedjes voor de poppen, dat soort dingen. Naar de modeacademie gaan mocht niet van thuis. Achteraf bekeken is dat geen ramp, want ik heb genoeg modestudenten over de vloer gehad om te weten hoe hard en meedogenloos die branche is. Die jonge mensen komen vaak uit het buitenland om in Antwerpen te studeren. Het is een bikkelharde wereld. Er zijn er genoeg komen uithuilen in de winkel.”

Over drie maanden moet de creatieve ruimte dus klaar zijn. Of het kind al een naam heeft? “Residence”, vertelt Claudine. “We zitten van april tot september dus op onze boot. Al ben ik ook daar de hele tijd aan het naaien, hoor.”

Foto: Sarah Van den Elsken