Op donderdag 22 juni liep het grondig fout bij slagerij Scaldis in de Wilde Zee. “Een personeelslid plaatste een lege plastieken bak op het vuur in het kookgedeelte. Nietsvermoedend nam de persoon meteen daarna pauze. In tegenstelling tot wat hij vermoedde, was het vuur niet helemaal uit. De bak begon te smeulen, en toen hij terugkeerde, stond het atelier in lichterlaaie”, blikt eigenaar Filip Vercruyssen terug op die bewuste dag.
De schade was groot. “Het hele kookgedeelte was uitgebrand. De plafonds waren weg, machines raakten onherstelbaar beschadigd, alle elektriciteitszaken waren aan vervanging toe, muren moesten opnieuw betegeld worden en alle koopwaar ging in vlammen op. Godzijdank waren we goed verzekerd”, vertelt Vercruyssen.
“De eerste twee weken na de brand werd de schade opgemeten. Wanneer Vercruyssen eindelijk aan de heropbouw mocht beginnen, brak, tot overmaat van ramp, het bouwverlof aan. “Gelukkig stuitten we toch op voldoende mensen die ons een handje wilden helpen. Zij hebben er mee voor gezorgd dat we dit huzarenstukje klaarden.”
“Afgezien van een aantal praktische kleinigheden, zijn we klaar om vanaf vrijdag 1 september onze klanten opnieuw te ontvangen in de Wilde Zee. Dinsdag hebben we een laatste keer gepoetst, woensdag komen de vleeswaren aan en vanaf donderdag startten de voorbereidingen op de verkoop. We deden altijd heel veel zelf, en we blijven doorgaan op dat elan.”
Vercruyssen is opgelucht dat hij z’n trouwe klanten weldra opnieuw op hun wenken kan bedienden. “Ze hebben ons 10 weken moeten missen. Let wel, onze jaarlijkse vakantieperiode, die dit jaar letterlijk in rook opging, viel midden in de gedwongen sluitingsperiode. Dat zijn zes onvoorziene weken zonder onze producten. Nu zijn we helemaal klaar om klanten opnieuw te ontvangen. Ik kijk ernaar uit, en zij ongetwijfeld ook”, besluit de slager.