Omar_Mohout_Sirris

Sirris publiceert studie over het Europese scaleup-ecosysteem

2017 was opnieuw een geweldig jaar voor het Europese scaleup-ecosysteem. Hoewel het aantal investeringen vergelijkbaar was met 2016, lag het investeringsbedrag 18% hoger. Professor Omar Mohout, professor aan Antwerp Management School en Entrepreneurship Fellow bij Sirris, maakte er onlangs een rapport over.

Omar Mohout: “Met dit rapport willen we een uitgebreid overzicht geven van de investeringen in startups en snelgroeiende technologiebedrijven in alle landen in Europa. Ons doel is om op data gebaseerde begeleiding, perspectief, inzichten en inspiratie te bieden aan belanghebbenden in het Europese scaleup-ecosysteem.”

Het rapport is een momentopname, gericht op het analyseren van financieringsgegevens, belangrijke trends binnen de industrie, technologieën, innovatieve bedrijfsmodellen en de regio’s. Sirris is het collectief centrum van en voor de technologische industrie met ook een vestiging in Antwerpen en publiceert elk kwartaal financieringsrapporten. Alleen deals van minimaal € 750K worden hierin meegenomen.

Kerngegevens 2017 Europees scaleup-ecosysteem

Er werden 1.855 deals in 31 landen afgesloten, goed voor een bedrag van € 20,8 miljard.

Het Verenigd Koninkrijk is opnieuw toonaangevend in financiering.

De stad met het grootste aantal deals is Londen, gevolgd door Parijs en Stockholm.

Bpifrance is het meest actieve EU-durfkapitaalfonds in Europa.

Digital marktplaats modellen zijn de meest populaire bedrijfsmodellen voor Europese groeibedrijven. Het abonnementsmodel is tweede.

FinTech is de meest gefinancierde industrie, zowel in geïnvesteerd kapitaal als in aantal investeringen.

37 Europese technologiebedrijven haalden met een IPO € 2,1 miljard op.

24 Europese technologiebedrijven haalden met een ICO € 863 miljoen op.

Gemiddeld hebben Europese scaleups 56 medewerkers.

België heeft het grootste aantal B2B georiënteerde scaleups in Europa.

Spanje is het enige land dat meer B2C dan B2B-bedrijven heeft gefinancierd en in Zweden is dat 50/50.

De studie zelf kunt u hier bekijken.