Op kasteel Kalesberg in Schoten volgen ze elke dag de koersontwikkeling op van de kina, de munt van Papoea-Nieuw-Guinea. Dat heeft alles te maken met de activiteiten van de plantageholding Sipef in het land van de Papoea’s.
De snelle daling van de koers van de kina heeft alvast voor enig soelaas gezorgd in de resultatenrekening van Sipef. De cijfers zijn immers niet erg indrukwekkend. De nettowinst van de groep over het eerste halfjaar halveerde van 32 miljoen dollar naar 17 miljoen dollar. Daardoor is het nu al quasi zeker dat de afrekening voor het hele jaar er ditmaal niet zo mooi zal uitzien als in 2012.
Sipef is een van de trotse restanten van de Belgische koloniale expansie. De plantageholding van de familie Bracht heeft nog activa in de meest exotische landen van het Verre Oosten. Zoals in Indonesië, Maleisië en Papoea Nieuw Guinea. Sipef heeft zich vooral toegespitst op de aanmaak van palmolie, thee, bananen en rubber. Baron Bracht is voorzitter van de raad van bestuur. De Antwerpse holding Ackermans & van Haaren heeft een aanzienlijke participatie in de groep.
Het zijn vooral de relatief zwakke prijzen voor palmolie die de resultaten van de groep onder druk hebben gezet. Gemiddeld leverde een ton palmolie in de eerste helft van 2013 “slechts” 852 dollar op tegen 1097 dollar in diezelfde periode van 2012. Bovendien viel de productie van palmolie dan ook nog eens zwaar tegen. Het slechte kletsnatte weerheeft ervoor gezorgd dat de oogst minder goed was.
De omzet van de groep daalde daardoor globaal met 13% tot 152 miljoen dollar.
Volgens gedelegeerd bestuurder François Van Hoydonck gaat Sipef ondertussen onverminder door met zijn investeringsprogramma. In dit opzicht wordt zowel in Indonesë als in Papoea-Nieuw-Guinea een nieuwe extractiefabriek gebouwd. Het areaal aan palmbomen wordt vooral in Papoea-Nieuw-Guinea verder uitgebreid. In het eerste halfjaar werden 600 hectaren bijkomend in gebruik genomen.