Neem een grote pot. Gooi er alle mogelijke Antwerpse ingrediënten in. Roer stevig. Zo moet John Verbeeck bij zijn geboorte 55 jaar geleden ongeveer gemaakt zijn. Een man uit één stuk, met een stem als een klok, een type humor dat blijft plakken, dol op alles wat lekker is en vooral met een groot hart voor wat ze op televisie al eens ‘sfeer en gezelligheid’ noemen. Zelf kennen veel Antwerpenaars hem van De Streek van Verbeeck, zijn culinaire programma dat jaren op ATV liep. Maar ook al wie ooit toevallig een keer in zijn zaak binnenwaaide, herinnert zich de gastheer vast nog wel.
Oprecht enthousiasme, zo omschrijft hij zijn stijl zelf. “De mensen die komen, die zie ik graag. Ik moét het op die manier doen, op een andere manier kan ik het niet. Je moet de wil hebben om de mensen te soigneren als ze bij u zijn. Vanaf het moment dat het aanvoelt als een zakelijke transactie, dan is het niet meer echt”, zegt John.
“Ik ben een levensgenieter en dat straal ik ook uit. Ik behaag graag andere mensen. Als ik vroeger met mijn ouders op reis ging met de mobilhome, dan dekte ik de tafel met papieren servetjes en liep ik rond met een keukenhanddoek over mijn arm. Ik maakte dan menukaartjes met daarop wat we die avond gingen eten, zoals ravioli uit blik. Ik zit nu eenmaal zo in elkaar.”
Eigenaar John kookt zelf niet, Bas Coenen is hier sinds acht jaar de chef in de keuken. “Hij is enorm gedreven en werkt op een hoog niveau. We gebruiken ook topingrediënten, zoals op dit moment Jamón Ibérico Bellota, buikspek van Duroc d’Olives, rundvlees Rubia Gallega, enzovoort. Maar de mensen die hier komen, willen zeker ook gezelligheid bij hun eten. Dat is de reden dat hier ook veel mensen komen die zich gemakkelijk een veel duurder restaurant zouden kunnen permitteren. Maar zij komen toch naar ons voor dat extraatje dat je niet overal vindt.”
Op ooghoogte
Zo wordt het menu steevast mondeling voorgesteld door John zelf. “In de beginjaren was ik zelf ook chef, maar ik was zeker niet het grote culinaire talent. Ik had ergens gezien dat het menu aan tafel werd voorgesteld en ik vond dat ongelofelijk charmant. Dus ben ik daar ook mee begonnen. Als het vol zit, ben ik daar al snel anderhalf uur mee bezig.”
“Ik schuif telkens een stoel mee aan tafel en ga naast de mensen zitten. Dan zit ik op ooghoogte en kan ik rustig het menu toelichten. De mensen die dat niet kennen, schrikken soms even. Maar dan stel ik ze gerust dat ik dadelijk weer weg zal zijn (lacht). Met sterren of punten ben ik niet bezig, maar ik wil keigoed zijn in mijn gasten een fantastische avond bezorgen. Ik selecteer mijn medewerkers trouwens ook op het feit dat ze iets te vertellen moeten hebben. In hun eigen woorden moeten ze de mensen op hun gemak kunnen stellen. Iemand die enkel bordjes van A naar B draagt, daar kan ik hier niets mee.”
Of de warmte van de gastheer soms ook op een koude steen valt? “Dat is al gebeurd. Ik heb eens een kunstzinnig koppel gehad dat vertelde dat ze weinig tijd hadden omdat ze nog naar het cultuurcentrum moesten. Terwijl ik de wijn uitschonk, vroeg ik welke voorstelling er die avond speelde. Waarop de dame haar bril op het puntje van haar neus zette en doodserieus zei dat ik er toch niets van zou begrijpen. Echt gebeurd! Als ik constant dat soort klanten over de vloer zou krijgen, dat zou ik niet volhouden”, lacht hij.
“Het blijft altijd een wisselwerking. Ik voel aan wanneer ik beter iets rustiger of iets uitgelatener ben, wanneer ik iets meer algemeen Nederlands of algemeen Antwerps moet spreken. Maar gelukkig, door het feit dat ik graag leuk doe, krijg ik ook vooral leuke mensen en die zijn dan weer extra tof om voor te werken. Wees maar zeker: met 98 procent van de mensen die hier komt, kan ik het geweldig goed vinden.”
Speciale gasten
John laat iedereen in zijn restaurant zich graag speciaal voelen, maar sommige klanten waren nog dat beetje extra speciaal. “Ik was altijd fan van Kiefer Sutherland, gekend als Jack Bauer van 24 of de president in Designated Survivor. Toen hij in Antwerpen was voor een optreden is hij hier iets komen eten met de hele crew. En The Pointer Sisters zijn hier ook geweest, ze hebben hier samen met mij mee een dessertje gemaakt in de keuken. Zulke figuren komen hier terecht omdat iemand uit hun entourage het hier kent en hen meeneemt.”
“Zo gebeurt het trouwens ook meestal met andere klanten: ze horen de verhalen van vrienden en komen ook eens mee. Je moet weten, het is hier de Driekoningenstraat in Berchem, we zitten hier niet midden in ’t stad. De laatste jaren komen hier veel toffe zaken bij en leeft de buurt op, maar vroeger was het hier eerder een verloederde buurt waar je niet spontaan kwam om te gaan eten. Dan moest je al worden meegenomen door iemand die wist hoe goed het hier was.”