Het in 1923 geopende restaurant Wah Kel was het allereerste Chinese eethuis in Antwerpen. In 1947 kocht grootvader Yu het, na een onwaarschijnlijke reis vanuit Hongkong. Hij droomde van een toekomst in Amerika, meer bepaald in San Francisco en werkte daarvoor op een vrachtschip.
Maar aan het eind van de oorlog werd het schip voor de Franse kust getorpedeerd door de Duitsers. Grootvader Yu werd gered en belandde in Parijs, waar hij aan de slag kon in een Chinees restaurant. Via de interne tamtam hoorde hij dat restaurant Wah Kel in Antwerpen over te nemen was. Hij trok naar de Scheldestad en kocht er het restaurant in het hartje van het Schipperskwartier.
Grootvader Yu en later zijn zoon waren dan ook letterlijk Wah Kel: ‘een Chinees die in het buitenland woont’. “Mijn schoonvader stuurde trouw geld naar zijn vrouw tot die voldoende had gespaard om over te komen”, vertelt Sabina de geschiedenis van haar schoonfamilie. “Voor mijn man Siu-Kan was dat een shock. Hij was vijftien, moest zijn thuis en vrienden achterlaten en belandde in een wereld die hij totaal niet kende. En hier moest hij ook nog eens op kostschool.”
Zeven op zeven
In het restaurant werd destijds onder een ander regime gewerkt dan vandaag. “Het was toen nog zeven op zeven geopend”, vertelt Sabina. “Daarna werd dinsdag de sluitingsdag, maar was het restaurant nog altijd tot vier uur ’s morgens open. Mijn schoonmoeder en schoonvader wisselden elkaar af: zij werkte overdag, hij ’s nachts.”
Sabina was aanvankelijk nog aan de slag bij mode-ontwerper Dirk van Saene, één van de Antwerpse Zes. “Na de geboorte van onze dochter ben ik parttime gaan werken. Nadat onze zoon erbij was gekomen we ook nog eens de zaak hadden overgenomen, ben ik fulltime gaan helpen in het restaurant. We hebben wel gesleuteld aan de openingsuren, want we wilden onze kinderen zelf grootbrengen”, vertelt ze beslist. “Intussen zijn we alleen nog op zondag open van 12 tot 22.45u. Op weekdagen is dat van 17 tot 22.45u. Anders geraakt een mens niet meer gerecupereerd.”
Zeker nu het stel een dagje ouder wordt. “Siu-Kan wordt 68 in december. Soms valt hij in slaap als we aan het eten zijn. Hij wilde al stoppen op zijn 65ste, maar toen kwam de coronacrisis. Een slecht moment om een zaak te verkopen.”
“Wij zagen de honderdste verjaardag van de zaak, volgend jaar, natuurlijk ook wel aankomen. Maar mijn man was daar heel eerlijk in: ‘Een honderdste verjaardag kan je niet zomaar voorbij laten gaan. Dan worden nog meer zaken van ons verwacht en ik kan dat niet meer aan.’ Bovendien wisten we al langer dat er geen vierde generatie in het restaurant zou komen. Onze kinderen bedankten er feestelijk voor. in die optiek werd die honderdste verjaardag ineens niet meer zo speciaal.”
Dank aan vaste klanten
“Daarom beslisten we om te verkopen. En die verkoop is buiten elke verwachting plots heel snel gegaan. Met pijn in het hart, maar eens de beslissing genomen, ben je wel blij dat het zo loopt.”
Nu wacht het stel een periode van rust en veel reizen? “We hebben heel ons leven binnengezeten. Ook op zondag konden wij niet zomaar sluiten. Dus zijn we naar geen enkel familiefeest geweest, want die worden doorgaans niet op een dinsdag gehouden”, stelt Sabina lachend vast.
“We zouden inderdaad graag wat reizen, maar eerst wacht ons nog de verhuizing. Wij gebruikten de verdieping als magazijn en als was- en strijkplaats. De nieuwe uitbaters willen er weer wonen, zoals dat vroeger het geval was. Dus die ruimte moeten we ook leegmaken. Intussen staat onze woning vol kartonnen dozen. We hebben er nog wel even werk mee.”
Om de overgang niet te bruusk te laten verlopen en om de overnemer bij te staan, blijven Siu-Kan en Sabina nog twee weken meewerken in de zaak. “Dat geeft ons de kans om onze lieve, vaste klanten, de steunpilaren van onze zaak, uitvoerig te bedanken voor hun jarenlange betrokkenheid”, besluit Sabina.