Vanaf volgende week begint hij zich in te werken, op 1 september neemt hij officieel de rol van CEO over van Eric Dumas. De sfeer waarin Bruno De Saegher zijn nieuwe job mag aankondigen, is niet erg feestelijk: afgelopen weekend werd duidelijk dat TUI, veruit de belangrijkste luchtvaartmaatschappij voor de luchthaven in Deurne, tot en met 6 oktober al zijn vluchten moet omleiden naar Zaventem door leveringsproblemen met wisselstukken. “We konden niet voorspellen dat we deze aankondiging in deze situatie moesten doen”, zegt De Saegher. “Maar als luchthaven kunnen we daar op korte termijn weinig aan veranderen. TUI is trouwens lang niet de enige luchtvaartmaatschappij die problemen ondervindt.”
Lees ook: TUI-vluchten van en naar Deurne nog tot en met 6 oktober via Zaventem
U maakt de overstap van voorzitter van de luchthavenontwikkelingsmaatschappij naar CEO van de luchthavenexploitatiemaatschappij. Wat is het verschil precies tussen de LOM en de LEM?
Bruno De Saegher: “De LOM is gedelegeerd door het Vlaams Gewest om de luchthaveninfrastructuur te beheren. Het is een beetje de huisbaas van de luchthavens van Antwerpen en Oostende. Het Franse bedrijf Egis huurt die infrastructuur als uitbater van de luchthavens en is de LEM.”
Gaf uw ervaring bij de LOM de doorslag voor Egis om u als CEO te kiezen?
“Dat was een deel van de keuze. Ik ken de luchthaven: ik weet wat de infrastructurele gegevens zijn, wat er leeft, wie de stakeholders zijn. Maar daarnaast heb ik ook twintig tot dertig jaar ervaring in leidinggevende functies. Ik werkte tot recent in Wallonië en voorheen ook in Nederland, dus ik heb ook ervaring met verschillende werkculturen.”
Als CEO kan u meteen aan de slag met de nieuwe omgevingsvergunning voor de Antwerpse luchthaven. Denkt u dat de luchthaven rendabel kan worden met de strengere voorwaarden rond onder meer nachtsluiting, geluidsnormen en het aantal vliegbewegingen?
“We komen uit een lange periode van onzekerheid in Antwerpen: komt die vergunning er of niet? Die voor Oostende moet nog komen, maar dat is toch een ander soort dossier dan Antwerpen. We zijn uiteraard blij dat die vergunning er is. Voor alle duidelijkheid: de luchthaven is op dit moment al rendabel, de vennootschap maakt winst. Met subsidies, maar dat is zo voor veel soorten vervoer. Ook de spoorwegen en waterwegen worden gesubsidieerd.”
Gaat het lukken om te voldoen aan die strengere voorwaarden en in de toekomst misschien wat minder af te hangen van subsidies?
“We zitten in een veranderende wereld. Het nachtvluchtenverhaal bijvoorbeeld, dat wordt overal aangepakt. Ons economisch model gaat mee evolueren, zoals het altijd doet. Elke luchthaven is intussen overtuigd van het belang van verduurzaming. De realiteit is dat de vraag naar luchtvaart de komende jaren alleen maar gaat stijgen. En er zullen veel luchthavens nodig zijn om die groei op te vangen.”
Het debat rond het bestaansrecht van de Antwerpse luchthaven gaat eigenlijk nooit liggen. Hoe kijkt u naar de soms felle tegenstand?
“Alle luchthavens liggen onder vuur: een luchthaven zonder actiegroep is een vliegveld, zeg ik soms. We hebben in het verleden al studies laten uitvoeren waaruit blijkt dat het met de acties tegen de Antwerpse luchthaven eigenlijk wel meevalt, als je het bekijkt in verhouding met bijvoorbeeld de vervoerde tonnages of het aantal vliegtuigen. Brussels Airport zit in dat opzicht in nog veel zwaarder weer dan Antwerpen.”
“Als schepen in Berchem heb ik trouwens een goed beeld van het draagvlak voor de luchthaven. En als je de mensen er tussenuit haalt die bij wijze van spreken duizend klachten indienen, dan is dat draagvlak positief. We moeten de buurtbewoners niet op de zenuwen werken, maar ze zien de luchthaven wel als ‘onze luchthaven’.”
Stopt u met politiek om deze job te doen?
“Nee, die beslissing had ik al eerder genomen. Het werk van een districtsschepen is heel intens, daar ben je eigenlijk 24 uur per dag, zeven dagen per week mee bezig. En na twaalf jaar heb ik het gevoel dat ik mijn politieke verhaal heb kunnen vertellen.”