Ooit stond er een papierfabriek tussen de Lamorinièrestraat en de Van Diepenbeeckstraat. Maar van Payrus, zoals het bedrijf heette, is al lange tijd geen sprake meer. Alleen de naam leeft nog voort in de buurt. Onder andere omdat een deel van het gebied jaren geleden onder die naam werd omgevormd tot woningen.
Met het congrescentrum Vestar komt er een blikvanger bij in de buurt. “Het was ons al langer opgevallen dat er in dit deel van de stad weinig tot niets is voor congressen en evenementen. Nochtans is het een ideale locatie, op telkens 12 minuten lopen van de stations van Antwerpen en Berchem”, zegt Jozef Lievens.
De man is voorzitter van Investar nv. Dat is de investeringsholding van de familie Van Rompuy die hoofdaandeelhouder is van de Argenta Bank- en Verzekeringsgroep. “De holding is vijf jaar geleden gestart met een bouwprogramma in deze buurt”, gaat Jozef Lievens verder.
In een eerste fase werden de kantoren van Argenta tussen de Lamorinièrestraat en de Belgiëlei aangepakt. “Wat overbleef, was het terrein tussen de Lamorinièrestraat en de Van Diepenbeeckstraat. Dat terrein deed tot een aantal jaren geleden dienst als parking.”
600 mensen en binnentuin
De parkeergarage is ondertussen ondergronds gegaan en in de plaats kwam een congrescentrum dat bestaat uit vijf lagen. Alles bij elkaar gaat het om een oppervlakte van 4.500 vierkante meter aan zalen en werkplekken en een auditorium.
Alles bij elkaar zijn er drie zalen en kunnen er op hetzelfde moment 600 mensen ontvangen worden. Er is ook een lounge, een grote binnentuin en een dakterras. “Door open ruimte te creëren komt er met de nieuw aangelegde tuin en waterpartij in deze dichtbebouwde buurt 2.000 vierkante meter aan ontharde ruimte bij”, aldus nog Jozef Lievens.
Warmtebron onder de grond
Architect Greet Draulans van het kantoor Emmanuel Lenders & Partners kreeg de opdracht om van het congrescentrum een CO2-neutraal gebouw te maken. “We hebben gekozen voor geothermie als warmtebron. 150 meter onder de grond is een BEO-veld aangelegd, dat zorgt voor verwarming in de winter en verkoeling in de zomer.”
BEO is een afkorting voor ‘boorgat energieopslag’. Er worden verschillende grondboringen gemaakt, waarin leidingen komen met een water-glycol mengsel. Hierdoor warmt de grond op. Met behulp van een geothermische warmtepomp wordt deze warmte tijdens koude dagen opnieuw gebruikt.
Er is ook gekozen voor andere duurzame technieken. “Zo wordt het regenwater van de groendaken en de tuin hergebruikt. Ook is er zoveel als mogelijk gekozen voor daglicht in de zalen wat energiebesparend is”, aldus nog Greet Draulans.