Binnen het wereldwijde kwaliteitsprogramma World Class Manufacturing kreeg de fabriek van CNH Industrial in Antwerpen een “bronzen kwalificatie.” Het bedrijf maakt aandrijfsystemen voor tractoren. Je kunt effectief zilver en goud halen en bovenaan staat de World Class Manufacturing-fabriek maar een bronzen notering is effectief al een mooie waardering.
De fabriek van CNH Industrial in het Antwerpse havengebied was vroeger een onderdeel van Ford. Er werden personenwagens aangemaakt. Bij de verhuis van de autoproductie naar Genk ging Antwerpen tractoren bouwen. In de loop van de jaren specialiseerde de fabriek zich op aandrijfsystemen en onderdelen voor tractoren.
CNH Industrial is een fusiebedrijf dat opgezet werd tussen Fiat Industrial, de bussen- en truckproducent en CNH, een producent van landbouwvoertuigen die ook gedeeltelijk in handen was van Fiat Industrial. CNH Industrial wordt in dit opzicht mee gecontroleerd door de Italiaanse familie Agnelli.
Antwerpen heeft een belangrijke schakelfunctie binnen de groep. De fabriek heeft zich sterk gepositioneerd “door de verticale integratie die in de loop van de jaren uitgebouwd werd”, zei fabrieksdirecteur Luc Thysen in een gesprek met het economisch weekblad Trends. “Wij assembleren niet alleen, wij maken ook onze hoofdcomponenten. Daarin hebben we veel kennis en kunde. Die componenten worden overigens ook gebruikt in andere fabrieken en in andere toepassingen oa. in Zuid-Amerika en Italië.”
De Antwerpse fabriek lijdt in dit opzicht een vrij discreet bestaan. Het zusterbedrijf in Zedelgem, de producent van maaidorsers, balenpersers en hakselaars is beter bekend. Dit neemt niet weg dat Antwerpen in de gegeven omstandigheden goed standhoudt. De conjunctuur in de landbouwsector is nu eenmaal niet expansief. De problemen in en om Oekraïne en Rusland, twee belangrijke klanten wegen op het sentiment. De landbouwprijzen en de dalende vraag vanuit China zorgen voor extra zorgen. In een zwaar crisisjaar als 2009 produceerden we 17.000 aandrijfsystemen”, zei Luc Thysen tot Trends. “In een topjaar maken we er 30.000 aan. Dit jaar komen we naar verwachting aan 20.000 stuks.”
