De laatste jaren is er een constante stijging van het aantal fietsende werknemers die via hun werkgever genieten van een fietsvergoeding. Met telkens een piek tijdens de zomermaanden en een daling tijdens de wintermaanden. Maar aan die stijging lijkt een einde te komen en daar heeft de coronacrisis en het verplichte thuiswerk een groot aandeel in. Dat berekende SD Worx op basis van de loonberekeningen van werknemers.
“In 2021 zien we dat één op zeven werknemers (14%) nog een fietsvergoeding krijgt voor de getrapte woon-werkkilometers. Dat is een daling met één derde: pre-corona ging het nog om bijna een kwart (22%). De daling situeert zich bij de bedienden, die door corona vaak verplicht moesten thuiswerken”, verduidelijkt Veerle Michiels, mobiliteitsexpert SD Worx.
Bij arbeiders stijgt het aantal met een fietsvergoeding wel waardoor zij nu op gelijke hoogte komen met de bedienden. Het mediaan – bedrag per fietser per jaar – steeg van € 73,92 in 2019 naar € 91,20 in 2020. Het daalde echter opnieuw naar € 76,80 (voor de eerste 8 maanden van 2021).
Maar Michiels ziet nog een trend. “Er zijn meer vrouwen dan mannen die een fietsvergoeding genieten. Gemiddeld ontvangen vrouwen echter een lagere fietsvergoeding. Hiervoor zijn verschillende verklaringen mogelijk. Vrouwen zijn bijvoorbeeld sterk vertegenwoordigd in de zorgsector, die een verplichte fietsvergoeding kent. Vaak wonen zij dichterbij het werk en fietsen daardoor kortere afstanden dan de mannen.”
Voor de provincie Antwerpen ziet de evolutie van het aandeel werknemers met een fietsvergoeding er als volgt uit: 31,22% in 2019, 27,91% in 2020 en 20,8% in 2021 (voor de eerste 8 maanden).