Luchthaven Deurne creëert jobs

jetairOp de luchthaven van Antwerpen zijn dit jaar 37 nieuwe jobs gecreëerd. Daarmee verdienen vandaag al meer dan 650 mensen hun boterham in Deurne. De Antwerpse luchthaven zit vandaag in een sterke expansiefase. Marcel Buelens, de ceo van de luchthaven hoopt ooit een traditionele luchtvaartmaatschappij als Lufthansa of British Airways naar Deurne te kunnen halen. Dan zouden de Antwerpse passagiers vanuit de hubs van die maatschappijen kunnen doorvliegen naar de rest van de wereld.

Het is ongetwijfeld een sterk jaar geworden voor de luchthaven van Deurne. Met het engagement van de Franse groep Egis Projects en Marcel Buelens zijn er verscheidene nieuwe verbindingen ingevlogen en is ook het aantal verwerkte passagiers nagenoeg verdubbeld. De intocht van Jetairfly heeft ervoor gezorgd dat ook de toeristen massaal de weg naar Deurne gevonden hebben.

In een speciale publicatie van Voka-Kamer van Koophandel Antwerpen-Waasland over de luchthaven spreekt Buelens zijn verwachtingen uit dat het met Deurne in de komende jaren enkel maar beter kan gaan. Een aantal recente verwezenlijkingen zoals de uitbreiding van de parkingruimte, de moderniseringen van de infrastructuur en de opening van verscheidene nieuwe kantoren moeten de luchthaven nog makkelijker toegankelijk maken. Buelens houdt het erbij dat 400.000 passagiers voor Deurne op termijn best haalbaar moet zijn. Dat cijfer stond voorop in het ingediende businessplan dat Egis Projects destijds indiende bij de tender van de Vlaamse regering.

De grootste beperkende factor voor de luchthaven van Antwerpen is vandaag “het klein aantal vliegtuigparkeerplaatsen op de tarmac.” Daar wordt ondertussen aan gewerkt.

De luchthaven van Deurne heeft in het verleden traditioneel nogal wat klachten uitgelokt? “Er zullen altijd mensen zijn die vinden dat ze moeten klagen en die zullen dat jammer genoeg ook blijven doen, wat we ook ondernemen”, aldus Buelens. “Maar dat is naar ons aanvoelen steeds een kleine en soms politiek aangestuurde harde kern. Dat zie je trouwens niet enkel in Antwerpen.”