Officieel moeten we vandaag de benaming Antwerp Flanders International Airport gebruiken, maar honderd jaar geleden mochten de Antwerpenaars nog gewoon wat minder pompeus het ‘vliegplein van Deurne’ zeggen. De leden van de Aero-Club d’Anvers, met onder andere de legendarische sportman en oorlogsheld Jan Olieslagers in het bestuur, deden hun ding voor de Eerste Wereldoorlog nog op de Wilrijkse Pleinen. Maar ze ijverden al een tijd voor een grotere oppervlakte.
LEES OOK. Nieuwe dagvaarding voor luchthaven Deurne: wat zijn de mogelijke gevolgen?
In de lente van 1922 maakte de Belgische overheid na een stemming in het parlement 3,7 miljoen Belgische frank (ongeveer 92.500 euro) vrij voor aankoop van de gronden en het aanleggen van een start- en landingsbaan. Nog geen jaar later landde het eerste vliegtuig dus al. En het zou Antwerpen niet geweest zijn, als de oprichters niet groot hadden uitgepakt.
Luchtdoop
Van in het begin benadrukten ze dat het ‘vliegplein’ niet alleen groter in oppervlakte was dan de enkele jaren eerder opgerichte luchthaven van Brussel in Haren-Evere (die van Zaventem zou pas na WOII openen), maar zelfs groter dan de toenmalige luchthavens van Londen (Croydon) en Parijs (Le Bourget). En bovendien lag ons ‘vliegplein’ een stuk dichter bij de stad dan die andere. “De hoofdingang ligt slechts op een twintigtal minuten van het midden der stad,” stoefte een van de broers Van Migem, die samen met Olieslagers in het bestuur zat. “Slechts op enkele meters van café De Gitschotel en de terminus van de tram.”
De heren Jean Stampe en Maurice Vertongen, veteranen van WO I, vestigden er nog geen jaar later hun eigen vliegtuigfabriek én vliegschool. En ook de nationale luchtvaartmaatschappij Sabena, die opvallend genoeg op diezelfde 23 mei 1923 haar luchtdoop kende, nam de luchthaven al kort na de opening in haar vluchtschema op.
Sabena is ondertussen al meer dan twintig jaar wijlen, in tegenstelling dus tot Antwerp Flanders International Airport. Die onderneming blijft, als zogenaamde ‘hub voor privé zakenvluchten’, jaar na jaar de verliezen opstapelen en houdt enkel met dank aan de belastingbetaler het hoofd boven water. De geldverslindende luchthaven is dan ook elk jaar een beetje meer omstreden.
Niets nieuws onder de zon, want ook honderd jaar geleden was er al contestatie. Gazet van Antwerpen berichtte in 1923 over de ‘Vereeniging tot Behoud van Natuur- en Stedenschoon’, die protesteerde tegen de bedreiging van de luchthaven voor het eeuwenoude kasteel Lantaarnhof dat er vlak naast lag.
Het zal u niet verbazen dat het Lantaarnhof de strijd tegen de luchthaven verloor. Ook café Gitschotel werd afgebroken in 1938. En de tram, die rijdt al niet meer tot daar sinds 1964. Maar het ‘vliegplein’ is honderd jaar oud. Je kunt er nog steeds een vliegtuig nemen naar het pittoreske Kortrijk, vorig jaar nog met 198 vluchten op nummer drie in de ranglijst van de topbestemmingen vanuit Deurne.