Licht op groen voor lagere drempels bij praktijktesten

De Kamercommissie Sociale Zaken heeft woensdag ingestemd met een wetsontwerp dat praktijktesten op de arbeidsmarkt efficiënter moet maken. De tekst verlaagt de drempels om een beroep te doen op mystery calls en maakt hij het mogelijk voor sociaal inspecteurs om derden in te schakelen.

Praktijktests bestaan al enkele jaren. Sociaal inspecteurs kunnen anoniem praktijktesten uitvoeren om discriminatie bij bijvoorbeeld sollicitaties vast te stellen. Mystery calls werden tot nu toe zelden gebruikt. Tussen 2018 en 2020 zou er sprake zijn van minder dan tien mystery calls.

“Iedereen verdient een eerlijke kans op een job en discriminatie is vaak moeilijk te bewijzen”, zegt vicepremier Pierre-Yves Dermagne. “De vorige regering werkte daarom een systeem van controle via mystery calls uit. Dat blijkt in de praktijk echter helemaal niet werkbaar. Vandaar heb ik het initiatief genomen om het controlemechanisme te hervormen en versterken. We hebben al onze talenten nodig. Discriminatie is schadelijk voor de arbeidsmarkt, immoreel én strafbaar.”

Voorwaarden

De huidige wetgeving stelt drie voorwaarden voor de inzet van mystery calls. Er moet een objectieve aanwijzing van discriminatie zijn, er moet onderbouwde klacht of melding zijn en een praktijktest kan plaatsvinden wanneer de resultaten van datamining en datamatching op discriminatie wijzen. Het gaat om cumulatieve voorwaarden, wat de drempel verhoogt om de praktijktesten toe te passen.

Proactieve inspecties

Het wetsontwerp vereenvoudigt die procedure. Zo zal het in de toekomst mogelijk zijn om mystery calls in te zetten wanneer slechts een van de drie voorwaarden voldaan is. Inspecteurs zullen op eigen initiatief kunnen handelen wanneer ze beschikken over objectieve gegevens. Het doel is de inspecties meer proactief te maken, niet enkel als reactie op een klacht. Ook biedt het ontwerp de sociaal inspecteurs de kans om derden in te zetten bij praktijktesten.

“Ook dat is een belangrijke stap om de effectiviteit van deze onderzoeksmethode te verbeteren”, zegt Kamerlid Nahima Lanjri (CD&V), die eerder een voorstel over de discriminaties indiende. “Ik heb steeds gepleit voor de inzet van derden. Een goede praktijktest vergt heel wat voorbereiding. Ik denk bijvoorbeeld aan het opstellen van fictieve CV’s of het aanmaken van online valse profielen. Het is goed dat sociaal inspecteurs hiervoor beroep kunnen doen op mensen die geen deel uitmaken van de inspectiediensten.”

Onderzoek naar discriminatie

Lanjri benadrukt het belang van praktijktests in de strijd tegen discriminatie. “Het is dramatisch gesteld met de participatie van mensen met een migratieachtergrond op onze arbeidsmarkt. Uit onderzoek van de KU Leuven blijkt dat er vaak gediscrimineerd wordt bij de aanwerving. Wanneer er voldoende kandidaten voor een vacature zijn, hebben sollicitanten met een niet-Europese naam 50 procent minder kans op een sollicitatiegesprek, ook al hebben ze gelijkaardige kwalificaties.”