Op een kader voor meldingen rond inbreuken in de financiële sector na is er in België vandaag quasi geen bescherming voor werknemers die schandalen binnen hun organisatie aan het licht brengen. Nochtans dreigt voor hen soms ontslag of juridische vervolging.
Een wetsontwerp van de regering creëert nu drie kanalen waarlangs werknemers van privébedrijven melding kunnen maken van wantoestanden. Dat kan binnen het bedrijf, bij de overheid of via de pers. De federale ombudsman en het federaal mensenrechteninstituut FIRM zullen klokkenluiders informeren, begeleiden en ondersteunen.
Vanaf 50 werknemers moeten ondernemingen zo’n intern kanaal voor klokkenluiders voorzien, met een beheerder die binnen de drie maanden nadat er melding is gemaakt een antwoord moet verstrekken. De arbeidsinspectie kan daarop controleren.
Volstaat de interne procedure niet, of is er geen vertrouwen in het bedrijf, dan kunnen werknemers rechtstreeks klacht indienen bij de Federale Ombudsman. Ook voormalige werknemers, vrijwilligers, stagiairs, zelfstandigen, aandeelhouders, bestuurders, onderaannemers en leveranciers kunenn daar terecht.
Tot slot kan een melding ook via de pers gebeuren, wanneer er bijvoorbeeld sprake is van onmiddellijk gevaar voor het openbaar belang of van een risico op vernietiging van het bewijsmateriaal.
Breder toepassingsgebied
De Europese richtlijn had eigenlijk eind vorig jaar al omgezet moeten zijn in nationale wetgeving, maar België en verschillende andere Europese lidstaten liepen vertraging op. De regering maakt zich wel sterk dat de Belgische regeling verder gaat dan wat de Europese Unie voorschrijft. Zo vallen ook fiscale en sociale fraude binnen het toepassingsgebied, zijn anonieme meldingen mogelijk, is er geen uitzondering voor professionals die onder het beroepsgeheim vallen en kunnen ook zogenaamde ‘cijfermatige professionals’ als belastingadviseurs of boekhouders klokkenluider worden.