Arcadis, de leidende wereldwijd opererende ontwerp- en consultancyorganisatie op gebied van de natuurlijke en gebouwde omgeving, zal 59 uitheemse plant- en diersoorten die in België voorkomen, bestuderen. Het gaat over “invasieve exoten”, soorten die zich op grote schaal verspreiden en voortplanten. Naast de overlast die sommige soorten veroorzaken, kunnen ze ook schade berokkenen aan het milieu en zelfs de economie.
Voor elke soort wordt nagegaan of ze een risico vormt voor ons leefmilieu, hoe ze ons land binnenkomt, en in welke aantallen. Met de resultaten van deze analyse wil het Vlaams
Agentschap Natuur en Bos prioriteiten stellen in het aanpakken van introductiewegen. De studie kadert in een Europese verordening over de aanpak van invasieve exoten.
Uitheemse soorten komen op allerlei manieren in ons land terecht. Voorbeelden van introductiewegen zijn ontsnapte of vrijgelaten huisdieren, invoer van tuinplanten of soorten die meeliften met andere producten, zoals muggen via de handel in tweedehands autobanden. Ook transportverbindingen, zoals spoor- en waterwegen, laten exoten toe zich te verspreiden.
Hans Van Gossum, deskundige biodiversiteit bij Arcadis en projectleider van de studie: “We hebben er belang bij onze leefomgeving te beschermen tegen problematische uitheemse soorten. De impact op het milieu is daarbij belangrijk. Oprukkende planten of diersoorten zonder natuurlijke vijanden verdringen de van nature aanwezige organismen, en brengen schade toe aan ons ecosysteem.”
“Maar er is meer,” gaat Van Gossum verder. “Een invasieve woekerplant zoals de grote waternavel kan ervoor zorgen dat een kanaal of rivier niet meer bevaarbaar wordt, wat een economisch probleem vormt. En ook recreatie op deze wateren komt dan in het gedrang.”
Bram D’hondt, beleidsmedewerker bij het Vlaams Agentschap voor Natuur en Bos, vult aan: “Bovendien kan de studie ook leiden tot een algemene bewustmaking van ongewilde introducties, en hoe iedereen kan bijdragen door op een goede manier met goederen en transportmiddelen om te springen”.