De Europese ruimtevaartorganisatie ESA gaat een experiment met een Belgisch vloeistoflabo uitbreiden. Het laboratorium werd gebouwd door Qinetiq Space uit Kruibeke. Het kreeg de naam SODI mee, Selectable Optical Diagnostic Instrument.
SODI werd precies vier jaar geleden naar het Internationale Ruimtevaartstation ISS gebracht waar het door de Belgische astronaut Frank De Winne ingebouwd werd in de Columbus-module. Het wetenschappelijk laboratorium was meteen de grootste Europese bijdrage van de ESA aan het ISS.
Aan de hand van specifieke observatietechnieken werden in de ruimte ondertussen al verscheidene vloeistofexperimenten uitgevoerd. Omdat de resultaten heel positief waren is beslist om het experiment met SODI te verlengen.
In de afgelopen jaren gebruikten verscheidene internationale wetenschapsteams het Belgische onderzoekslabo voor fundamenteel vloeistofonderzoek en voor onderzoek naar de principes van een nieuwe generatie supersnelle lichtcomputers. SODI is in dit opzicht actief binnen de Microgravity Science Glovebox, een veilig afgesloten ruimte voor het manipuleren van gevaarljike materialen.
Ondertussen zijn drie experimenten in de ruimte uitgevoerd. Bij het IVIDIL-experiment (Influence of Vibrations on Diffusion in Liquids) lag de focus op het onderzoek naar het massatransport in vloeistofmengsels onder invloed van temperatuurverschillen terwijl het COLLOID-experiment de aggregatie in een vloeistof bestudeerde van colloïden of kleine deeltjes die groter zijn dan een molecule. Dit proces speelt een belangrijke rol in de ontwikkeling van de supersnelle optische computers van de toekomst.
Een derde experiment, SODI-DISC (Diffusion & Soret Coëfficients) helpt de diffusiecoëfficiënten van vloeistofmengsels bepalen. Die kennis is van belang bij het bepalen van de hoeveelheid resterende olie in de ondergrondse bronnen op aarde.
Wegens de positieve resultaten en de interesse vanuit wetenschappelijke hoek heeft ESA beslist om dit laastse experiment uit te breiden. Onder de noemer dcmix2 gaat het nu ook nieuwe vloeistoffen of andere mengelingen van vloeistoffen bestuderen. De lancering van dcmix2 is gepland voor de komende weken.
Marc Dielissen, SODI-manager bij QinetiQ Space stelt dat het “aanvankelijk de bedoeling was om het SODI-instrument drie experimenten te laten uitvoeren. Ondertussen is SODI echter al vier jaar in de ruimte. ESA heeft nu beslist om drie extra cellencontainers naar het ISS te sturen. Gezien er elk jaar slechts één lancering plaatsvindt zal het experiment zeker nog met drie jaar verlengd worden.”
QinetiQ Space biedt voor elk van de deelexperimenten technische ondersteuning aan de beide IS operations centers in Napels en Madrid. De gebruikte experimentcellen zijn eveneens gemaakt door het ruimtevaartbedrijf uit Kruibeke.
QinetiQ Space ontwerpt en bouwt kleine satellieten, satellietonderdelen en wetenschappelijke instrumenten voor de ruimtevaart. QinetiQ Space ging in 1969 van start als Verhaert. Het bedrijf uit Kruibeke ontwikkelde aanvankelijk industriële producten en vanaf 1983 werkte het aan ruimtevaartprojecten. De onderneming werd de belangrijkste leverancier van kleine satellieten voor de ESA.
Bij QinetiQ Space werken 70 mensen. In het afgesloten boekjaar 2012/2013 werd een omzet bijeengewerkt van 20 miljoen euro.
De onderneming uit Kruibeke werd in 2005 overgenomen door de Brits-Amerikaanse QinetiQ Group.
