Het waterbedrijf Induss heeft 21 containers gevuld met de nodige hoeveelheden gedemineraliseerd water om er de Kogge in te laten ontzouten. De Kogge is een middeleeuws schip dat in het jaar 2000 opgegraven werd bij de bouwwerken aan het Antwerpse Deurganckdok. De overblijfselen van het schip zijn zeer breekbaar en zitten vol mineralen die er na 700 jaar met voorzichtige preserveringstechnieken uitgehaald moeten worden.
De Kogge is naar alle waarschijnlijkheid tijdens een zware storm vergaan op een vroegere zij-arm van de Schelde. Het schip kwam tijdens het noodweer op zijn kop te liggen en raakte op die manier bedolven onder het zand en de aarde. Tijdens de infrastructuurwerken voor het nieuwe Deurganckdok stootten de kraanmannen op de restanten. Uiteraard waren de historici razend enthousiast bij de vondst. Financiële problemen van de kant van de Vlaamse overheid en Onroerend Erfgoed, het agentschap van de Vlaamse overheid hebben ertoe geleid dat de overblijfselen van de Kogge al die jaren opgeslagen bleven in een aantal containers, gevuld met water.
Om de reconstructie van het schip mogelijk te maken moesten de restanten naar het Waterbouwkundig Labo in Antwerpen. Alleen stelde zich het probleem dat de overblijfselen aan planken en spanten zo broos zijn dat ze dreigen te vergaan. Vandaar dat de archeologen na tal van experimenten ervoor kozen om de verschillende onderdelen van De Kogge in gedemineraliseerd water onder te brengen waarbij ze ontloogd zouden worden. De mineralen zouden op die manier uit het hout verwijderd worden. De constructies zouden dan naderhand geïmpregneerd worden met polyethyleenglycol waardoor de celstructuur van het hout geconserveerd kan worden. Pas op dat moment kan het schip aan de open lucht bloot gesteld worden.
“Wij hebben uiteraard graag meegewerkt aan het project”, zegt commercieel directeur Sebastian Flamant van Induss. Induss is een Antwerpse leverancier van gedemineraliseerd water dat vanuit zijn verschillende fabrieken levert aan chemiecomplexen in oa. de havens van Antwerpen, Gent en Zeebrugge. “Op die manier kunnen we nogal wat mensen eens confronteren met wat Induss als bedrijf effectief betekent voor de gemeenschap. En dit dan niet alleen voor de ondernemingen.”
Induss is een dochteronderneming van water-link, de overkoepelende vennootschap van de Antwerpse Waterwerken (AWW) en TMVW (Gent). In pakweg vier jaar tijd is het bedrijf uitgegroeid tot de grootste producent van proceswater in het land. Vanuit de hoofdzetel aan de Mechelsesteenweg in Antwerpen worden ondertussen nieuwe opportuniteiten gezocht. Zoöok in het buitenland. Kazachstan en Oekraïne bv.
Goed en genoeg water tegen een redelijke kostprijs was tot nog een vanzelfsprekendheid voor de industrie. De verscherpte regelgeving, de hoge inkoop- en lozingskosten en beperkte vergunningen voor grondwater hebben de bedrijven er evenwel noodgedwongen toe aangezet om het waterverbruik te beperken en alternatieven te ontwikkelen. “Wij bieden hen die oplossingen op maat”, zegt Pascale Van Den Bosch. “We Vertrekken daarbij vanuit onze waarden: leveringszekerheid, kost contrrole en duurzaamheid. Een kans die de ondernemingen uiteraard niet laten liggen. Ze kunnen in hun contracten met Induss water-, energie- en kostenbesparingen realiseren.”
Induss neemt in ditzelfde concept overigens alle investeringen in hoogtechnologische installaties over. “Wij zorgen trouwens ook voor de nodige vakmensen.”