Arlanxeo produceert butyl, een synthetisch rubber dat autobanden luchtdicht maakt. Het rubber wordt ook voor luchtdichte toepassingen in de farmasector gebruikt. In Zwijndrecht werken 348 mensen. “Vanaf 1 juni tot en met eind augustus moeten we de arbeiders en een deel van de bedienden op economische werkloosheid zetten”, zegt Geert Bussé, gedelegeerd bestuurder van Arlanxeo in Zwijndrecht.
“Het gaat over meer dan de helft van ons personeelsbestand. We moeten dit doen door de zeer sterk stijgende energiekosten. Energie maakt een groot deel van onze productiekosten uit.”
“Een andere reden voor de tijdelijke productiestop is de overcapaciteit in de markt”, zegt Geert Bussé. “In de Europese Unie zijn we de enige fabriek die dit soort rubber maakt. Maar in onder meer China, Rusland en Indië zijn er ook fabrieken, en die hebben recent hun productiecapaciteit verhoogd. Daardoor is er nu te veel butyl op de wereldmarkt.”
Vorig jaar lag productie ook stil
Arlanxeo benadrukt dat haar klanten geen hinder van de productiestop zullen ondervinden. “We hebben een transitieplan voorbereid, zodat de leveringen aan onze klanten niet in de problemen komen”, zegt Geert Bussé.
Vorig jaar moest Arlanxeo de productie in Zwijndrecht ook al twee maanden stilleggen, maar toen werd het personeel wel voor 100% doorbetaald. Zullen de arbeiders vanaf september dit jaar weer volop aan de slag kunnen? “Dat weten we nog niet”, zegt Geert Bussé. “We volgen dit natuurlijk van zeer nabij op, en we zullen hierover op het gepaste moment met onze werknemers communiceren.”
Winst van moederbedrijf is met 82% gestegen
Arlanxeo is een dochtermaatschappij van de Saoedische olieproducent Aramco, het grootste beursgenoteerde bedrijf ter wereld. Aramco heeft zijn winst in het voorbije kwartaal met 82% zien stijgen ten opzichte van een jaar geleden, tot 39,5 miljard dollar. Dat heeft het te danken aan de hoge olieprijzen.
“Vanaf 1 juni tot en met eind augustus moeten we de arbeiders en een deel van de bedienden op economische werkloosheid zetten.”
Geert Bussé, gedelegeerd bestuurder
Is het niet vreemd dat zo’n winstgevend bedrijf zijn werknemers in Zwijndrecht op economische werkloosheid moet zetten? “Wij zijn een volledig zelfstandig onderdeel van Aramco, dus de resultaten van Aramco hebben geen rechtstreekse invloed op de werking van Arlanxeo in Zwijndrecht”, zegt Geert Bussé.
Kritiek van de vakbonden
Maar de vakbonden stellen zich daar vragen bij. “Het hele jaar door zegt het bedrijf dat Aramco en Arlanxeo één grote familie zijn, en nu wordt er beslist om het kindje in Zwijndrecht enkele maanden geen eten meer te geven”, zegt Levi Sollie, secretaris van de socialistische vakbond ABVV.
“Aramco wentelt met die economische werkloosheid een groot deel van de loonkosten af op de staat. Bovendien hebben veel bedrijven last van de snel stijgende energieprijzen. Het probleem van Arlanxeo is dus niet zo apart.”
Levi Sollie wijst erop dat Arlanxeo een zusterbedrijf heeft in Canada, dat wel nog verder blijft produceren. “Daar bestaat geen systeem van economische werkloosheid, en dus moet die fabriek openblijven, terwijl de productie in Zwijndrecht wordt stopgezet”, zegt Sollie.
Werknemers verliezen inkomsten
Door de economische werkloosheid vallen de werknemers van Arlanxeo in Zwijndrecht terug op 70% van hun loon in juni. Vanaf juli krijgen ze, als de wetgeving niet verandert, van de staat 65% van hun loon. De federale regering had de uitkering voor economische werkloosheid wegens de oorlog in Oekraïne opgetrokken van 65% tot 70% tot en met 30 juni, maar er is nog niets beslist over een eventuele verlenging voor die hogere uitkering vanaf 1 juli.
“De werknemers van Arlanxeo krijgen bovenop die uitkering van de staat wel nog een bijpassing van het bedrijf. Dat is zo afgesproken in een sectorakkoord”, zegt Levi Sollie. “Hun nettoloon zal daardoor niet veel achteruitgaan. Maar ze zullen door die economische werkloosheid vanaf volgend jaar wel hogere belastingen moeten betalen, omdat er op de uitkering voor economische werkloosheid te weinig bedrijfsvoorheffing wordt afgehouden aan de bron. Uiteindelijk verliezen de werknemers hier geld door.”