Smulders platform Foto Joris Herregods

Hoboken internationale top in bouw enorme platformen voor windparken op zee

Waar Hoboken vorige eeuw internationale faam genoot met zijn scheepswerf, gooit het Antwerpse district nu hoge ogen met de bouw van enorme platformen voor windparken in zee. Naast de Schelde wordt momenteel een ‘offshore transmissiestation’ afgewerkt dat voor de Duitse kust de energie van vijftig windturbines moet omzetten in elektriciteit voor het vasteland. Een indrukwekkend staaltje engineering waar Equans en Smulders Groep in Hoboken een Europese hoofdrol in hebben opgenomen.

Het grote droogdok dat de kade doormidden snijdt, verraadt het verleden van de site langs de Schelde. Decennialang werden hier schepen gebouwd, eerst onder de naam Cockerill Yards en nadien nog even als Boelwerf. Na beide faillissementen leek het Hobokense verhaal voorgoed ten einde. Maar geleidelijk begon zich in de schaduw van de schoorstenen van Umicore een nieuwe industrietak te ontwikkelen. Eerst met grote installaties voor de gas- en oliesector, nadien voor de windparken op zee (offshore). Een niche waarin Hoboken intussen opnieuw toonaangevend in Europa is geworden.

Op de kade wordt nu de laatste hand gelegd aan de Baltic Eagle, een 50,8 meter lang en 30,7 meter breed transmissieplatform bestemd voor de Baltische Zee in Duitsland. De vijf verdiepingen tellende module moet de geproduceerde energie van de vijftig windturbines van het Duitse zeepark omzetten van een laag naar een hoog voltage. Die elektriciteit gaat vervolgens via onderzeese kabels naar het vasteland. Goed voor het jaarverbruik van 475.000 gezinnen.

Eind dit jaar rolt de enorme constructie, goed voor een prijskaartje van 105 miljoen euro, op een schip dat het via de Schelde naar zijn Duitse bestemming voert. Met kabels zo dik als voorarmen hijst een kraan de 4.250 ton zware Baltic Eagle er op zijn fundering in de zee.

 

De enorme kabels waarmee het platform in zee zal worden gehesen. Foto Joris Herregods

Dat Hoboken een Europese hoofdrol speelt, bleek ook tijdens de voorstelling van het project. De opdrachtgevers zijn de Spaanse energiereus Iberdrola en 50Hertz, het Duitse filiaal van de Belgische hoogspanningsnetbeheerder Elia Group. “Het illustreert ook de rol die ons land in de klimaatproblematiek kan opnemen. Wij zijn een pionier in windparken op zee en die expertise moeten we uitdragen”, stelde premier Alexander De Croo (Open Vld), die samen met minister van Energie Tinne Van der Straeten (Groen) naar Antwerpen was afgezakt. Vorig jaar was offshore windenergie goed voor 8% van het totale elektriciteitsverbruik in België.

Directeur Raf Iemants van Smulders Groep. Foto Joris Herregods

De voormalige scheepswerf van Cockerill is de voorbije jaren uitgegroeid tot een specialist in deze hoogtechnologische offshore installaties. Twee bedrijven zijn daarvoor verantwoordelijk. Equans (het vroegere Fabricom, Axima en Cofely) en Smulders Groep. Zij delen de site van 118.000 vierkante meter om de enorme constructies “van scratch” op te bouwen en werken daarvoor nauw samen, met elk zijn expertise. “Equans zijn de elektriekers, wij de staalboeren”, vat directeur Raf Iemants van Smulders het met Kempense nuchterheid kernachtig samen.

Smulders Groep is in 2002 ontstaan uit drie bedrijven, met naast het Nederlandse Smulders ook twee Kempense staalbedrijven: Iemants uit Arendonk en Willems uit Balen. Zij leveren nog altijd de stalen onderdelen waarmee in Hoboken de offshore platformen worden opgetrokken. “Ondertussen hebben wij al 2.500 funderingen en meer dan dertig stations voor windparken in zee afgeleverd. Offshore is voor ons heel belangrijk. Het is nu al goed voor 80% van onze business en wij zitten in de absolute Europese top”, zegt Raf Iemants.

De module van 50,8 meter lang en 30,7 meter breed weegt 4.250 ton. Foto Joris Herregods

Smulders Groep, een dochteronderneming van de Franse bouwgroep Eiffage, zet in Hoboken vijf- tot zeshonderd man aan het werk. Bij buurman Equans zijn dat 150 vaste medewerkers aangevuld met contractuelen: op dit moment een vijfhonderdtal, in de zomer klom dat aantal op zijn hoogtepunt tot 1.200. In het stalen omhulsel van de Baltic Eagle installeren zij de transformatoren en alle elektrische componenten die via ingenieuze IT-systemen worden aangestuurd.

Beide bedrijven geloven sterk in het groeipotentieel van hun gezamenlijke offshorewerk. “Voor de klimaatinspanningen en onze bevoorradingszekerheid in deze onzekere tijden, heeft de Europese Commissie onlangs nog het belang van de elektriciteitsproductie op zee benadrukt”, zegt CEO Mark Dirckx van Equans. Tegen 2030 moet de productie ervan verviervoudigen.

Dat doet ook de toekomst voor de Antwerpse site rooskleurig ogen. Equans, deel van een internationale groep onder Franse vlag met zo’n tienduizend werknemers in ons land, heeft de ambitie om zijn Belgische Scheldehub uit te bouwen tot hét offshore-expertisecentrum. Naast de al bestaande engineering en constructie wil het ook inzetten op monitoring en onderhoud van windparken op zee. Of hoe het Hobokense verhaal weer een nieuw hoofdstuk wacht.

De ingewanden van het offshore platform bevatten tal van ingenieuze installaties. Foto Joris Herregods