Antwerpen is aan een grondige make-over bezig. De heraanleg van de Scheldekaaien is een nieuw project dat nu aan de beurt is.
In totaal 7 km Scheldekaaien worden aangepakt. Schepen van stadsontwikkeling en ruimtelijke ordening Rob Van de Velde (N-VA) gaf op een ontbijtontmoeting van de businessclub A-12 een uitvoerige toelichting over de plannen. Met enkele historische weetjes. De huidige kaaien liggen er sinds 1875, toen de Schelde werd rechtgetrokken en verbreed. De afgelopen 30 tot 40 jaar werd de huidige situatie gecreëerd, waarbij grote delen van de kaaien tot parkeerruimtes werden omgebouwd. Enige verloedering vond ook plaats, omdat de kaaien wel eens door romantische stelletjes worden gebruikt om niet alleen in mekaars ogen te kijken, maar ook naar de Schelde te turen. Waarbij de bijbehorende lege flessen wel eens onbeheerd achtergelaten werden.
Het stadsbestuur gaat uit van de realistische verwachting dat het waterpeil van de Schelde als gevolg van de opwarming van de aarde de komende jaren zal stijgen. De huidige kaaimuur heeft een hoge van 1,35 m. In de toekomst wordt dat 2,25 m.
De totale oppervlakte is onderverdeeld in 7 zones. Van noord naar zuid zijn dat: droogdokken, Rijnkaai, loodswezen, het centrale deel, Sint Andries Zuid, Nieuw Zuid en Blue Gate Antwerp. De totale kosten van de heraanleg worden geraamd op 400 miljoen. Daarvan komen 250 miljoen van het Vlaams Gewest, voor de versteviging van de kaaimuren. De kosten voor de aanleg van het ‘publieke domein’ komen ten laste van de stad. In dat publieke domein komen park- en wandelzones, evenals rust – en evenementenzones. Hier kunnen bijvoorbeeld kleine optredens plaatsvinden. Parkeren zal vooral ondergronds moeten gebeuren.
Naast de heraanleg van de kaaien zijn er nog projecten in wording: het droogdokkenpark, met het nieuw maritiem museum, start eind dit jaar. En de ambitie reikt nog verder: tot aan de linkeroever. Ook daar is werk aan de winkel en dat mag niet het ondergeschoven kindje blijven. De linkeroever behoort integraal tot Antwerpen, aldus Rob Van de Velde.
