Op een speelse manier jongeren enthousiasmeren voor een loopbaan in de haven en diezelfde haven dichter bij Antwerpenaren en toeristen brengen. Dat is kort samengevat de ambitie van Havenwereld, het centrum dat de werking van het ondertussen gesloten Havencentrum in Lillo en Portopolis bij het MAS gaat verenigen.
Het belevingscentrum komt in de voormalige propellerwerkplaats, op de site, waar nu nog objecten van de maritieme collectie worden bewaard. Het gebouw, dat bestaat uit grote hangars, wordt gerestaureerd. Een aanbouw uit de jaren zestig van de vorige eeuw zonder architecturale waarde wordt gesloopt.
Het is de provincie Antwerpen dat geld reserveert voor de bouw van het centrum. “We investeren 11 miljoen euro in het gebouw en nog eens 5 miljoen euro in de educatieve invulling van het centrum. Met het centrum kunnen we het belang en de voordelen van de haven bekendmaken aan een breed publiek”, zegt gedeputeerde voor Onderwijs en Erfgoed Luk Lemmens (N-VA).
Band met water en haven herstellen
Voor Annick De Ridder (N-VA), die schepen is voor Stadsontwikkeling en de Haven, is het nieuwe centrum een flinke stap vooruit. “Ik het al vaak gezegd en herhaal het nog een keer; de Antwerpenaar is de band met de haven en het water een beetje verloren. En daar kan dit centrum op deze plek verandering in brengen.”
Net zoals Luk Lemmens ziet ook de schepen op de Droogdokkensite mogelijkheden om jongeren kennis te laten maken met de mogelijkheden op een baan in de haven. “Met onder meer interactieve parcours en doe-opdrachten, wordt het centrum toegankelijk voor jonge mensen.”
De bouw van het belevingscentrum start in 2024 en moet twee jaar later klaar zijn. “De toegang is gratis en er zal ook horeca in het gebouw zijn. Voor de bezoekers, maar ook voor mensen die passeren”, vult Luk Lemmens nog aan.
Masterplan voor volledige site
Het maritieme belevingscentrum is slechts één van de initiatieven op de site, waarvoor vorig jaar een masterplan werd goedgekeurd door de stad. De Droogdokkensite is met 9 droogdokken en 2 pomphuizen waardevol industrieel erfgoed.
Een van de pomphuizen wordt een polyvalente ruimte. Ook de droogdokken zelf worden aangepakt. Van elk type dok zal er één toegankelijk zijn voor het publiek.
De site wordt een autovrije publieke ruimte en er komen ook twee pleinen. Een plein aan de inkom vooraan en een evenementenplein elders op de site. De ontwikkeling van alle gebouwen en publieke ruimte zal ongeveer tien jaar duren.