“Er is geen juridisch sluitend oorzakelijk verband tussen de hoge concentraties aan zware metalen die gemeten zijn in de stationsbuurt en goudraffinaderij Value Trading.” Dat zei schepen van Leefmilieu, Tom Meeuws (Vooruit) maandagavond in de Antwerpse gemeenteraad. Hij voegde daar nog aan toe dat de stad elke maand controleert of het bedrijf zich houdt aan de maximale hoeveelheden edelmetaal dat het verwerkt.
LEES OOK. Value Trading reageert op eis tot stopzetting: “Dit is laster en reputatieschade”
Dat neemt niet weg dat buurtbewoners van de Jacob Jacobsstraat, waar Value Trading gevestigd is, de onmiddellijke stopzetten van het bedrijf vragen. Daarvoor kwamen ze maandagavond afgezakt naar de gemeenteraad, om hun eis kracht bij te zetten.
En tijdens de zitting, was Value Trading kop van jut bij oppositiepartijen PVDA en Groen. Ook meerderheidspartij N-VA haalde, bij monde van raadslid André Gantman bikkelhard uit naar het bedrijf. “Ik zal er een politiek project van maken tot dit bedrijf uit de stad is verdwenen”, stelde Gantman furieus. De drie partijen vragen extra onderzoek en eisen de sluiting van het bedrijf. Volgens hen is er wel degelijk een onweerlegbaar verband tussen de activiteiten van het bedrijf en de enorm hoge gemeten waarden aan lood, zink en cadmium die leidden tot ernstige gezondheidsklachten bij omwonenden.
Verborgen agenda
Maar het bedrijf zelf bijt van zich af. “Er zijn tijdens de gemeenteraad opnieuw onterechte beschuldigingen aan het adres van Value Trading gemaakt”, zegt woordvoerder Frederik Picard. “Zaken die alleen maar als doel hebben om het bedrijf in een slecht daglicht te stellen, die perfect feitelijk te weerleggen zijn. Nee, wij verwerken niet meer dan 20 kilo goud per dag. Nee, wij werken niet tijdens de nacht en de weekends. Dit alles wordt veelvuldig gecontroleerd. Ons bedrijf heeft op geen enkel punt en bij geen enkele controle ooit de wet overtreden. Dat de Joodse actievoerders ’s ochtends amper hun ogen kunnen openen omdat ze zo hard prikken, daarvoor zullen ze een andere schuldige moeten zoeken.”
Het bedrijf beschuldigt de actievoerders van een verborgen agenda. “Door de onophoudelijke, lukrake beschuldigingen die worden geuit, vragen we ons af of het de buurtbewoners werkelijk om hun gezondheid te doen is, dan wel om het slinks verwerven van ons vastgoed midden in de Joodse wijk”, zegt Picard. “Het zou niet de eerste keer zijn dat ze een lokale ondernemer via pestgedrag en valse beschuldigingen klein proberen krijgen om zo de gebouwen te kunnen verwerven.”
Daarmee verwijst Picard naar de situatie van Salons De Boeck, de bekende Antwerpse cateraar in de Jacob Jacobsstraat. Ook daar hebben buurtbewoners jarenlang geprotesteerd tegen de aanwezigheid van een feestzaal in een woonwijk. “Dezelfde Joodse gemeenschap protesteerde fel tegen de uitbating van een feestzaal omdat die niet zou passen in de wijk. Later werd de zaal door een van de actievoerders gehuurd om er zelf Joodse feesten te organiseren”, aldus Picard.