De afgelopen maanden voerde Merit Capital een juridische strijd met de Nationale Bank. De Nationale Bank trok in maart de vergunning van Merit Capital in, omdat “de bank niet voldeed aan financiële voorwaarden”.
LEES OOK. Einde verhaal voor Merit Capital
In april werden daarop voorlopige bewindvoerders aangesteld. Die waarschuwden vorige week nog dat het geld voor het personeel bijna op is.
LEES OOK. Merit Capital: “Geld bijna op om personeel te betalen”
Bovenop die zaak loopt ook nog eens een gerechtelijk onderzoek. Het onderzoek dateert al van eind 2020, maar geraakte nu pas bekend. Er zouden wel geen strafrechtelijke inbreuken zijn gepleegd door de Antwerpse vermogensbeheerder.
Het strafonderzoek begon, volgens De Tijd, vermoedelijk na een klacht met burgerlijkepartijstelling die de vennootschap indiende wegens mogelijke schriftvervalsing. De klacht zou te maken hebben met dubieuze transacties met het Frans-Britse hefboomfonds H2O in niet-toegelaten obligaties. Of het Belgische gerecht bevoegd is in de zaak, is onduidelijk.
Gerechtelijke ontbinding
Merit Capital trad bij de transactie op als tegenpartij, maar gaf aan dat de transacties gebeurden zonder hun toestemming. Onderzoek zou aantonen dat er nooit een transactie met H2O over de rekeningen van Merit was gelopen. Dat zou de Nationale Bank gealarmeerd hebben. Dat leidde uiteindelijk tot het intrekken van de licentie.
Ondertussen werd ook een nieuwe dagvaarding uitgebracht door de minderheidsaandeelhouders van Merit. De minderheidsaandeelhouders willen geen faillissement aanvragen, maar Merit wel gerechtelijk laten ontbinden. Alles in totaal lopen er nu zeven juridische procedures rond Merit.
