Antwerpen trekt nogal wat creatievelingen aan. Niet alleen in de mode. Tientallen IT-freaks, logistieke entrepreneurs, chemici, biotechnici, communicatiespecialisten, marketingjongens e.a. dromen van een eigen bedrijf. Alleen ontbreekt het hen veelal aan voldoende startkapitaal om het erop te wagen. De Flanders Business School start op 10 juni e.k. nog een cursus op waarin creatieve ondernemers wegwijs gemaakt worden doorheen de financiële wereld.
Hoeveel kapitaal is er nodig om een IT-bedrijf op te zetten. Hoe maak je een business plan, bij wie kun je aankloppen om vers kapitaal te krijgen, zijn er eventueel subsidiemogelijkheden enz. De professoren Kris Van der Velpen, Yann Dekeyzer en Martine Cools werken tijdens een vierdaagse een ruim programma uit waarin zowat het hele financiële spectrum aan bod komt. Tijdens de laatste sessie krijgen de deelnemers zelfs de kans om hun businessplan te presenteren aan de docenten en er de nodige feedback bij te krijgen.
De website ‘Ondernemen in Antwerpen’ had naar aanleiding van de cursus een gesprek met professor Van der Velpen. Hij tekende daarbij de krijtlijnen uit van de thematiek die aan bod zal komen.
* Wat is goed ondernemen volgens u?
Kris Vander Velpen: “Ondernemerschap is de kunst om continu middelen aan te trekken die je niet hebt. Die voortdurende leemte wil je onder controle krijgen. Een ondernemer creëert een ecosysteem of netwerk rond zich dat meewerkt om zijn idee of concept in de markt te zetten. Echte ondernemers slagen erin om het zogenaamde gebrek aan financiële middelen te overstijgen. Dat is echt ondernemerschap.”
* Dus eigenlijk zegt u dat ondernemers van niets iets kunnen maken?
“Inderdaad. Ondernemen is dus per definitie een creatief beroep. Je moet zélf oplossingen zoeken. En geld ook.”
* Flanders Business School gaat van start met een opleiding “Financiering van creatieve ondernemingen”. Waarom?
“De vraag is gekomen vanuit onze samenwerking met de KU Leuven. Zij hebben veel studenten in de creatieve opleidingen en zij vroegen daar iets rond te bouwen. Want velen stellen zich die vraag: ‘Ik heb nu een creatief plan of idee. Hoe moet ik dat op de markt krijgen? Want ik heb geen geld.’ De focus zal dus op dat financiële aspect liggen. Het doel van de opleiding is om mensen in die sector inzicht te geven over hoe een financier naar hen kijkt.”
* Hoe kijkt een financier dan naar creatievelingen?
“Helemaal anders dan zij zichzelf zien, natuurlijk. Dat is een andere wereld. Begrijp me niet verkeerd: de financiële wereld lijkt niet zo’n creatieve omgeving, maar investeerders zijn dagelijks erg creatief in het uitdenken en begeleiden van hun projecten. Maar ze denken en praten wel op een andere manier dan ontwerpers, makers of kunstenaars.”
* “Veel financiële mensen zijn rechterbreindenkers, en creatieven zijn linkerbreindenkers. Creatievelingen moeten geen rechterbreiners worden, maar moeten zicht krijgen op hoe zulke mensen denken, en dat inzicht gebruiken om de eigen boodschap geloofwaardiger te brengen. Met simpele tools: een eenvoudig financieel plan bijvoorbeeld, een goed uitgebouwd netwerk, een sterk imago en een eenduidig verhaal.”
* Wat zijn de grootste struikelblokken voor creatieven om geld te vinden?
“Een te groot geloof in het eigen concept: ’Mijn idee is goed, origineel en sterk. De rest zal wel komen.’ Dat geloof is nodig, natuurlijk! Als je dat niet hebt, kom je niet tot grote dingen. Je moet obsessief met iets bezig kunnen zijn. Maar die obsessie moet ‘gedraaid’ worden zodat je geloofwaardig blijft bij bankiers of financiers.”
“Daarom ligt mijn focus op hoe ze hun verhaal zélf verkopen. Dat moeten ze uitwerken als ze hier komen. Dat is belangrijk voor financiers, maar ook voor wie aan crowdsourcing wil doen. En het is heel belangrijk dat je dat als creatieveling zélf doet. Zodat de investeerders je geloven, zodat zij er vertrouwen in hebben dat het goed komt. Investeerders werken echt op basis van emoties. Investeerders zetten emoties om in geld.”
* Hoe verlopen de meeste investeringen in de creatieve sector?
“Grotendeels via de drie f’s: fools, friends & family. En dan gaat het weer om dat vertrouwen: anders zullen ze geen geld geven. Soms gaat het letterlijk via kapitaalparticipaties of via achtergestelde leningen.”
“De mooiste manier vind ik de zogenoemde win-winlening, een programma van de Vlaamse overheid. Daarin kunnen mensen zoals u en ik investeren in een startende onderneming. Het is een lening voor jonge ondernemingen en er zijn bepaalde voorwaarden, maar het interessante voor de investeerders is dat 30 procent van het verschuldigd bedrag kan gerecupereerd worden bij niet terugbetaling via een eenmalige belastingvermindering. Het is een soort gestructureerde crowdfunding ondersteund door de overheid. Het zou goed zijn mochten meer mensen hun geld daarin investeren.”
* Bestaan er nog andere interessante investeringssystemen voor kleine creatieve bedrijven?
“Uiteraard. Indiegogo.com, de Europese variant van Kickstarter.com, is populair en een goede manier om via crowdfunding geld op te halen. Andere crowdfunding-initiatieven zijn bijvoorbeeld mymicroinvest.com. Ik heb ook veel vertrouwen in het idee van minister van Financiën Koen Geens, die een crowdfundingrichtlijn aan het uitwerken is.”
“Je kunt natuurlijk ook altijd ondersteuning krijgen van overheden, sponsoring of intekenen op overheidscalls enzovoort. En een ondernemer kan altijd eens aankloppen bij een bank. Dat is vooral interessant als je investeringen in bedrijfsactiva moet doen, voor een auto of een laptop bijvoorbeeld.”
“Minder rechtstreeks, maar ook interessant, is bijvoorbeeld samenwerken met scholen. Stagiaires inschakelen levert letterlijk extra handjes op. Daar staan scholen voor open, want ze hebben interessante bedrijfsstages nodig. Het is een kwestie van als ondernemer de openheid te zoeken om middelen te vinden.”
* Is Antwerpen een goede plek voor deze opleiding?
“Absoluut, omdat er hier veel creativiteit zit, is het per definitie een interessante plek. Ik hoop dat deze opleiding kan bijdragen tot het versterken van het industrieel weefsel. Ik geef een voorbeeld: wij onderzoeken met Flanders Business School hoe de uitbouw van de zorgeconomie kan gebeuren, van gezondheid- tot ouderenzorg. Wat mij opvalt is dat men spullen voor oudere mensen onmiddellijk “oud” maakt: stoelen worden plots lichtbruin. Je ziet van ver: dat is een stoel voor een oude mens. Designers zijn absoluut noodzakelijk om bijvoorbeeld die sector nieuw leven in te blazen.”
* De cursus gaat door op de campus Sint Katelijnevest 26 in Antwerpen. Op 10 juni start de laatste lessenreeks van dit seizoen.
Inlichtingen: 03/289.10.90