Meteorologisch lag de temperatuur afgelopen maand misschien rond het historische gemiddelde, aan de betogingen en stakingen te zien was het een hete junimaand. We kregen een nationale staking, stakingen bij Brussels Airlines en zelfs een vakbondsbetoging waarop maatregelen werden geëist voor de koopkracht. Normaal spreken we vaak van een ‘hete herfst’. In die periode wordt wel vaker betoogd of gestaakt om druk te zetten op de onderhandelingen rondom loon- en arbeidsvoorwaarden.
Dat er zo vroeg op het jaar al gestaakt wordt, heeft alles te maken met de opgelopen inflatie. De vakbonden eisen namelijk extra loonstijgingen als compensatie voor de gestegen levensduurte. Wat ze er vergeten bij te vertellen, is dat België zo goed als het enige land in Europa is waar de lonen en uitkeringen automatisch geïndexeerd worden*. Dat wil zeggen dat de inflatie misschien wel stijgt, maar loontrekkenden hiervoor worden gecompenseerd door de automatische aanpassing.
Dat het systeem werkt, blijkt uit cijfers en voorspellingen van de Nationale Bank: tussen 2019 en 2020 steeg de koopkracht van Belgische gezinnen meer dan die van een gemiddeld Europees gezin. Sterker nog: terwijl de koopkracht in Europa zowel in 2020 als in 2022 daalde, nam die voor een gemiddeld Belgisch gezin toe.
Het grote nadeel is dat de kostprijs voor hogere inflatie volledig bij de bedrijven wordt gelegd. Zij betalen de rekening cash: naast veel andere kosten zien zij vervolgens ook hun loonkosten fors toenemen. Zeker met de hoge huidige inflatie wordt die indexering van de lonen voor heel veel ondernemers een dure affaire.
“Wat als we bij de volgende loonindexeringen eens niet de brutolonen zouden indexeren, maar de nettolonen? Dat biedt alleen maar voordelen.”
Waarom grijpen we dit moment niet aan om de automatische loonindexering te hervormen? Doen we niks, dan zadelen we bedrijven op met fors hogere loonkosten en een fors verzwakte concurrentiepositie. Vandaag zijn het de brutolonen die geïndexeerd worden. Door die indexering krijgt niet alleen de werknemer extra geld op zijn bankrekening. Maar ook de overheid wordt rijker door de extra belastingen en RSZ-bijdragen die ze ontvangt.
Wat als we bij de volgende loonindexeringen eens niet de brutolonen zouden indexeren, maar de nettolonen? Dat biedt alleen maar voordelen.
Voor een werknemer verandert er in de praktijk niets. Die ziet zijn nettoloon stijgen en wordt gecompenseerd voor de gestegen levensduurte. Dat is dan ook de bedoeling van het systeem van de automatische loonindexering.
Voor de werkgever is er wél een belangrijk verschil. Die compenseert dan wel de werknemer voor de gestegen levensduurte, maar niet de overheid. In plaats van het volledige brutoloon te moeten verhogen, stijgt alleen het nettoloon. Zo wordt de automatische loonindexering makkelijker te dragen voor de onderneming.
De kosten voor de bedrijven stijgen minder sterk waardoor ze beter in staat zijn om competitief te blijven met hun concurrenten in het buitenland. In een kleine open economie als België is onze concurrentiepositie – hoeveel we duurder/goedkoper zijn dan het buitenland – de beste voorspeller voor toekomstige jobs en welvaart.
Nog een bijkomend voordeel is dat de verhouding netto-bruto gunstiger wordt. Het nettoloon stijgt dan wel, de belastingen en RSZ-bijdrage stijgen niet. Dat zorgt ervoor dat werken lonender wordt voor wie vandaag inactief is. Van het totale brutoloon zal in verhouding meer bij de werknemer belanden en minder bij de overheid. Op die manier is deze maatregel in feite een verlaging van de belastingen op arbeid.
“De overheid ziet haar belastinginkomsten niet mee stijgen. De enige manier om dan meer geld in het laatje te krijgen, is meer mensen aan het werk te zetten.”
De enige verliezer – althans op korte termijn – is de overheid. Ondanks het feit dat de nettolonen verhogen, ziet zij haar belastinginkomsten niet mee stijgen. Maar dat hoeft geen probleem te zijn.
De enige manier voor de overheid om meer geld in het laatje te krijgen, is om meer mensen aan de slag te krijgen. Niet – zoals gebruikelijk – de belastingen te verhogen op wie al werkt. Meer mensen aan de slag krijgen, is uitgerekend waar we in België dringend werk van moeten maken. Bovendien zal dat ook makkelijker worden. De betere verhouding bruto-netto is de facto een lastenverlaging op arbeid. Daardoor zullen meer jobs gecreëerd worden en zullen meer inactieven hun weg naar de arbeidsmarkt vinden.
Gelijktijdig de koopkracht van werknemers beschermd, concurrentiepositie van bedrijven gevrijwaard en lasten op arbeid verlaagd: waarop wachten we nog?
*Malta en Luxemburg zijn de twee andere landen met automatische loonindexering