De markt voor vleeswaren is aan consolidatie toe. De concurrentie is bikkelhard, de prijzen staan onder druk. In die omstandigheden doen de Vleeswarenfabriek De Cock en Cock’s Vleeswaren het uitstekend. De ondernemingen uit Sint Niklaas slagen erin om hun marktaandeel te versterken.
“Het gaat er vandaag inderdaad ontzettend hard aan toe”, zegt marketing manager Wim Bastiaens van de groep. “In een moeilijke marktomgeving waarin bv. steeds meer beenhouwers het voor bekeken houden moeten wij proberen onze posities te behouden en liefst nog te verruimen. Dat kun je doen door kortingen te geven of anderzijds ook marktaandeel te kopen. Dat laatste hebben wij oa. gedaan door de overname van de vleeswarendistributeur Dela uit Poederlee. In die deal lagen voor ons synergiemogelijkheden die we vandaag aan het uitbouwen zijn.”
De familie De Cock is vandaag met Marc en Philippe De Cock aan de derde generatie toe in de vleeswarenbusiness. Marc en Philippe zijn er alvast in geslaagd om hun ondernemingen sterk te positioneren in een markt die volop in beweging is. De Vleeswarenfabriek De Cock tekende in 2012/2013 voor een omzet van 57 miljoen euro (+8%), Cock’s Vleeswaren, de commerciële entiteit tekende voor 18 miljoen euro (+3%). De groep zal in de totaliteit met Dela en nog een aantal kleinere maatschappijen een globale omzet van zo’n 80 miljoen euro gehaald hebben. De cijfers kleuren vandaag weliswaar in beperkte mate rood maar dit heeft dan wél te maken met de recente ontwikkelingen binnen de groep zoals de overname van Dela. De onderscheiden ondernemingen stellen 250 mensen tewerk.
“Het is vandaag echt geen makkelijke markt”, zegt Wim Bastiaens nog. “Grootvader Charles De Cock is ooit in 1935 nog begonnen met de aanmaak van ambachtelijke hammen maar de omgeving is ondertussen ontzettend snel geëvolueerd. We hebben als bedrijf al die jaren geanticipeerd op die ontwikkelingen en we mogen ons gelukkig prijzen dat het management telkens uitstekende posities ingenomen heeft. Ondertussen zijn overigens de eerste vertegenwoordigers van de vierde generatie al aangetreden. We mogen dus hopen op continuiteit in die groei.”