De Amerikaanse overheid maakt zich zorgen om kranen van het Chinese bedrijf ZPMC in Amerikaanse havens, schrijft The Wall Street Journal. Bronnen binnen het Pentagon spreken zelfs over reusachtige paarden van Troje: de hoogtechnologische sensoren op de kranen zouden de herkomst en bestemming van containers kunnen registreren en doorspelen aan China. Dat is gevoelige informatie, zeker in de havens die het Amerikaanse leger gebruikt om militair materiaal de wereld rond te sturen. Concrete gevallen van spionage kwamen nog niet aan het licht.
ZPMC is veruit de grootste bouwer van kadekranen, met maar liefst 70% van de globale markt in handen. Ook de containerterminals in onze havens hebben kranen van ZPMC in gebruik, onder meer bij MPET en Antwerp Gateway aan het Deurganckdok. Naar die laatste zijn trouwens nog drie gloednieuwe ZPMC-kranen onderweg, per schip vanuit Shanghai. Volgende week komen ze aan op de terminal.
PSA en DP World, de grootste terminaluitbaters in de haven, willen verder niet reageren. “Wij geven geen commentaar op speculaties”, klinkt het bij DP World.
Mogelijk kijken de Amerikaanse veiligheidsdiensten ook in onze richting, want de Antwerpse haven was in het verleden al meermaals een belangrijke draaischijf voor Amerikaans legermateriaal. Zo kwamen vorige zomer nog 2.700 tanks, trucks en ander materiaal toe op de Antwerp Euro Terminal (AET) om van daaruit verder vervoerd te worden naar Polen. Die terminal beschikt wel niet over kranen van ZPMC.
Gezond wantrouwen
Kenneth Lasoen, professor inlichtingen aan de Universiteit van Antwerpen, is eerder sceptisch over het verhaal van de spionerende kranen. “Als daar ook al spionagemateriaal in zit, waar zit het dan niet in?”, vraagt hij zich af.
Wel waarschuwt de expert voor de groeiende invloed van Chinese bedrijven in onze havens, met onder meer de belangrijke investeringen van de Chinese rederij COSCO in Zeebrugge en Antwerpen. “Dat kan onze strategische autonomie in gevaar brengen, want onze havens zijn kritische infrastructuur. Niet alleen voor de economie, maar ook op crisismomenten.”
Toch vindt Lasoen niet dat we de angst voor China moeten overdrijven. “Het is goed dat we ons bewust zijn van de risico’s, maar dat neemt niet weg dat China een strategische handelspartner is en dat we niet zonder elkaar kunnen.”
Daarom pleit de professor voor ‘gezond wantrouwen’ tegenover China. “We moeten een risicoanalyse doen over welke informatie via deze weg tot bij de Chinese overheid geraakt, en voldoende drempels opwerpen om dat te voorkomen. Daarbij is een belangrijke rol weggelegd voor onze veiligheidsdiensten. Er zijn grote financiële inspanningen nodig om deze toestellen te scannen en door te lichten.”