Arlanxeo produceert butyl, een synthetisch rubber dat autobanden luchtdicht maakt. Het rubber wordt ook voor luchtdichte toepassingen in de farmasector gebruikt. In mei besliste het bedrijf al om meer dan de helft van het personeelsbestand op economische werkloosheid te zetten. “We moeten dit doen door de zeer sterk stijgende energiekosten”, zei Geert Bussé, gedelegeerd bestuurder van Arlanxeo in Zwijndrecht, toen aan Gazet van Antwerpen.
“Energie maakt een groot deel van onze productiekosten uit. Een andere reden voor de tijdelijke productiestop is de overcapaciteit op de markt. In de Europese Unie zijn we de enige fabriek die dit soort rubber maakt. Maar in onder meer China, Rusland en Indië zijn er ook fabrieken, en die hebben recent hun productiecapaciteit verhoogd. Daardoor is er nu te veel butyl op de wereldmarkt.”
Die economische werkloosheid blijkt nu, een maand later, niet voldoende om de problemen van het bedrijf op te lossen. Op een bijzondere ondernemingsraad is woensdag meegedeeld dat zeventig mensen moeten afvloeien, waarvan 55 arbeiders en 15 bedienden. “Dat is veel”, zegt Levi Sollie, secretaris van de socialistische vakbond ABVV. “Er zijn nu 170 arbeiders, dus van die groep moet bijna de helft van de werknemers afvloeien. Er is aangekondigd dat er nog meer bijzondere ondernemingsraden zullen volgen. Wij gaan als vakbond mee naar oplossingen zoeken. Maar naakte ontslagen zijn voor ons niet aan de orde.”
Arlanxeo is een dochterbedrijf van de Saoedische olieproducent Aramco. Dat bedrijf heeft zijn winst in het voorbije kwartaal met 82% zien stijgen ten opzichte van een jaar geleden, tot 39,5 miljard dollar. Dat heeft het te danken aan de hoge olieprijzen. “Wij zijn een volledig zelfstandig onderdeel van Aramco, dus de resultaten van Aramco hebben geen rechtstreekse invloed op de werking van Arlanxeo in Zwijndrecht”, zei Geert Bussé vorige maand.