In Veldhoven bevindt zich het hoofdkantoor van één van de meest succesvolle en innoverende bedrijven ter wereld: ASML. Er werken meer dan 40.000 mensen bij de producent van chipmachines, met de ambitie om dat aantal over zeven jaar te verdubbelen.
De voorbije jaren vormde de Antwerpse Stadsschouwburg het decor van Vooruitblik. Maar dit jaar streek de Kamer Antwerpen-Waasland opnieuw neer in de Handelsbeurs. “Voor ons is dit eigenlijk een afspraak met de geschiedenis, want in de Handelsbeurs stond meer dan anderhalve eeuw geleden de wieg van de Antwerpse Kamer van Koophandel”, zegt gedelegeerd bestuurder Luc Luwel.
Bart De Wever mocht de keynotespeaker inleiden. Hij wees op de technologische evolutie die sinds de industriële revolutie is gemaakt. “Steeds opnieuw raken we aan innovaties gewend, waarna ze onmisbaar worden. Jammer genoeg leven we vandaag niet in een tijdperk waar hardwerkende innovatieve bedrijven zoals ASML naar waarde worden geschat. Europa is te zelfgenoegzaam geworden. Willen we relevant blijven en niet het openluchtmuseum van de wereld worden, dan moeten we dringend uit een ander vaatje tappen. In Antwerpen hebben we een haven als toegangspoort naar 450 miljoen inwoners en de aanwezigheid van een van de meest gerenommeerde kenniscentra ter wereld. Door samen te werken vanuit die sterktes kunnen we het leven van onze burgers blijven verbeteren. Maar dat vraagt ook een overheid die ondernemen omarmt.”
Die oproep naar vooruitstrevend beleid zette Peter Wennink kracht bij in zijn keynote. Op één maand van zijn afscheid als CEO van ’s werelds marktleider in chipmachines sprak hij klare taal over onder meer de toekomst van Europa als economische grootmacht. “Uit deze Handelsbeurs spreekt de innovatieve spirit dat hier al in de 16de eeuw bestond. Gebruik dit als spiegel voor de toekomst. Wie zelf geen waarde schept, moet de waarde van anderen consumeren. Dat leidt niet naar opbrengsten, maar naar kosten. De Europese innovatie-industrie heeft Europese eenheid én bescherming met Europese maatregelen nodig.”