De Duitse Bilfinger Group heeft zijn twee Antwerpse vestigingen uit Melsele en Schoten bijeengebracht in een nieuwe vestiging in Zwijndrecht. Bilfinger ROB (Melsele) en Bilfinger Industrial Services (Schoten) zitten in het nieuwe gebouw niet alleen veel ruimer, de ondersteunende diensten van de twee bedrijven kunnen er ook een aantal synergievoordelen realiseren. Door de verhuis neemt de tewerkstelling in de Waaslandhaven meteen toe met zowat 400 arbeidsplaatsen.
De Bilfinger Group is een sterk gediversifieerde internationale groep die zich met zijn 70.000 personeelsleden gepositioneerd heeft als engineering en dienstverlenend bedrijf aan de industrie. Het concern realiseerde verleden jaar een omzet van pakweg 8 miljard euro.
Bilfinger ROB is vooral gespecialiseerd in het onderhoud van pijpleidingen en procesinstallaties. Het bedrijf heeft echter ook een ijzersterke reputatie op het vlak van nieuwbouwprojecten. “We kunnen een hele fabriek bouwen”, stelt gedelegeerd bestuurder Thierry Burki. “Wij doen alles wat met leidingwerk en metaal te maken heeft en zijn vooral gespecialiseerd in hoogwaardig laswerk.” Bilfinger ROB stelt vandaag zo’n 560 mensen tewerk. Het is daardoor meteen ook al lange tijd een van de grootste werkgevers van de Waaslandhaven.
Bilfinger Industrial Services is toonaangevend op het vlak van isolatiewerken, asbestverwijdering en steigerbouw. Het bedrijf heeft een eigen klimteam waardoor herstellingen en onderhoudswerken kunnen gebeuren op grote hoogtes zoals windmolens en fakkels. Bij Bilfinger Industrial Services werken eveneens 400 mensen. Of hoe de groep Bilfinger zowat 960 mensen tewerkstelt in Zwijndrecht en daarbij meteen ook op het vlak van tewerkstelling het grootste bedrijf van de Waaslandhaven is. (Omdat vele honderden werknemers evenwel permanent aan de slag zijn op de meest veraf gelegen werven zijn ze uiteraard zelden met z’n allen bijeen in Zwijndercht).
“Door het feit dat we ook met veel onderaannemers werken zorgen we indirect voor nog eens een extra tewerkstelling van zo’n 800 man”, zegt Thierry Burki. Bilfinger tekent in België en Nederland voor een omzet van zo’n 330 miljoen euro.
* Waarom een verhuis naar Zwijndrecht?
Thierry Burki: De keuze om in de Waaslandhaven te blijven was snel gemaakt. Een heel groot deel van ons personeel woont in de streek en mobiliteit is voor ons een belangrijk gegeven. De mensen moeten zich continu verplaatsen naar de verschillende werven. We kunnen ons geen tijdverlies veroorloven door urenlang in de file te staan. We maken dan ook dankbaar gebruik van de Liefkenshoektunnel die vlakbij gelegen is.
* Bilfinger ROB en Bilfinger Industrial Services gaan in de toekomst ook intensief samenwerken?
Thierry Burki: De versterkte integratie van de drie dochterondernemingen in Antwerpen kadert in de toekomstgerichte bedrijfsstrategie van de Duitse groep. Gezien de steeds wisselende marktomstandigheden is het belangrijk om te focussen op een gezamenlijke klantenportfolio. Onze nieuwe huisstijl als teken van samenhorigheid is reeds overal op stickers en vlaggen zichtbaar. Weldra zullen ook onze bedrijfsvoertuigen van de nieuwe logo’s en kleuren voorzien worden.
* Dit is een nieuwe fase in de groei van Bilfinger in België.
Thierry Burki: Wij hebben inderdaad nog heel wat ambities. Wij werken hier in het Antwerpse vooral voor de lokale petrochemie. Alle installaties die er nu zijn moeten ook in de toekomst onderhouden worden. We willen in de toekomst echter totaalpakketten aanbieden aan onze klanten. Bedrijven waarvoor we nu al onderhoud doen moeten ons ook zien als bouwer van nieuwe installaties en omgekeerd. Voor grote projecten kuknnen we trouwens ook altijd een beroep doen op het moederbedrijf voor expertise en mankracht.
* Bilfinger zoekt ook nog nieuwe werknemers?
Thierry Burki: Vooral lassen en pijpfitten zijn in dit land een knelpuntberoep. Jaarlijks werven wij zo’n 30 monteurs, lassers en pijpfitters aan. Technisch goed opgeleid personeel is evenwel zeer moeilijk te vinden. Daar kruipt heel veel tijd in. We werken daarom nauw samen met scholen in de regio en bieden hen stageplaatsen aan. Ook met de VDAB is een goede samenwerking opgezet om jonge werkzoekenden een opleiding te geven. Vorig jaar investeerden we liefst 1 miljoen euro in opleidingen. Ondanks alle inspanningen blijft het evenwel een voortdurende zoektocht om alle vacatures ingevuld te krijgen.