“De textielindustrie is verantwoordelijk voor meer uitstoot dan alle internationale vluchten en scheepvaart samen”, schrijft Fairbrics op hun LinkedIn. “Daarom willen wij CO2-afval gebruiken om nieuwe synthetische stoffen te produceren.” CEO Benoît Illy legt uit dat de zogeheten ‘afvang van CO2’ op zich geen probleem is. “De vraag is: wat doen wij ermee na de afvang?” Volgens Illy zorgt zijn technologie – in vergelijking met andere vezels op de markt – voor een vermindering van de koolstofimpact met zeventig procent.
“Kleding is een primaire behoefte”, gaat Illy verder. “Omdat polyester een synthetische vezel is, kan die erg efficiënt worden geproduceerd met weinig water en grondstoffen. Dat is een groot verschil met katoen, een natuurlijke vezel met een rampzalige impact op het milieu.”
Fairbrics voorspelt dat hun kosten dicht bij de productie van op aardolie gebaseerde materialen zullen aanleunen, wat hun technologie voor kledingmerken erg aantrekkelijk maakt. Zo kon het Franse bedrijf reeds samenwerkingsverbanden sluiten met onder andere H&M en Aigle.
De proeffabriek in Antwerpen moet midden 2024 de deuren openen. “We zullen CO2 recupereren vanuit de petrochemische platformen binnen de Antwerpse haven”, aldus nog CEO Illy. “Het is een pre-industriële fase waarin we het equivalent van duizend T-shirts per dag willen produceren.”
Voor de proeffabriek verzamelde Fairbrics ondertussen voldoende middelen. Voor een echte fabriek op ware grootte, moet men over een jaar nieuwe fondsen aanwerven. Dergelijke investeringen zijn hard nodig, zo maakte een recent rapport van de Universiteit van Oxford duidelijk. “CO2-eliminatieprojecten zijn momenteel grotendeels ontoereikend om de klimaatdoelstellingen te halen”, stipt het rapport aan.